Tactische Oefening op de kaart. Oplossing Dan Oefening ilo. 15. In verband met de aanwezigheid van den vijand te ïjiandjoer en de ontvangen opdracht zat de Voorhoede Ct. er naar moeten streven, zoo spoedig mogelijk vóór het défilé, dat is dus aan 's vijands zijde daarvan, eene stelling in te nemen, waarin hij in staat is, den vijand zoo ver van den O. uitgang van het défilé verwijderd te houden, dat deze het deboucheeren der eigen Hoofdmacht niet kan verhinderen, of' dit door vuur kan bemoeilijken. De vijandelijke artillerie zal dus minstens 5000 M. van het défilé verwijderd moeten worden gehouden, waaruit volgt, dat de door de Voorhoede in te nemen stelling min stens 3000 M. voor den O uitgang van het défilé moet zijn gelegen. De ze stelling moet voorts zoodanig worden gekozen, dat de eigen Hoofd macht voldoende gelegenheid en ruimte heeft zich tot het gevecht te ontwikkelen, opdat deze niet in eene voor haar minder gunstige for matie door den vijand wordt aangegrepen of onder vuur genomen. In aansluiting hiermede zij opgemerkt, dat het begrip défilé niet anders dan relatief is en verband houdt met de troepenmacht, welke de engte moet passeeren. Bedraagt de breedte hiervan bijv. 400 M, dan biedt zij voldoende ontwikkelingsruimte voor eene compagnie en zelfs voor een bataljon. Voor afdeelingen van deze sterkte vormt, zij dus geen défilé Wel is zulks het geval voor eene brigade of sterker troepenmacht, voor welke voldoende ruimte voor ontwikkeling ontbreekt. Aan de hand van het voorgaande zal de Voorhoede Ct. dus naar eene stelling uitzien ongeveer ter hoogte van pl 43 a, cheval van den rijweg. Aangezien echter het schootsveld aldaar verre van gunstig is, en ook eene stelling meer W. waarts, bijv. ter hoogte van pl. 44, wegens den geringen afstand tot den uitgang van het défilé moet worden verwor pen, blijft den Voorhoede Ct geen andere keus, dan eene energieke poging te wagen den vijand uit Tjiandjoer te verdrijven, hoewel hieraan het nadeel is verbonden, dat hij zijne troepen blootstelt aan de steeds wisselvallige kansen van een straatgevecht. Van den vijand is niets anders bekend, dan dat hij Tjiandjoer heeft bezet. De kans, dat de Cavalerie nog tijdig nadere bijzonderheden zal melden, is vrijwel uitgesloten; als regel toch zal door de ruiterij wei nig meer kunnen worden gerapporteerd, dan dat zij van een zeker punt vuur ontving, en teekent de toestand zich eerst duidelijker gedu rende:; het gevecht. Voor het geval de vijand zoodanigen weerstand biedt,r dat van het bezetten van Tjiandjoer door de Voorhoede alléén geen sprake kan zijn, is reeds veel gewonnen, indien de vijand zooda- 1057

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 97