De Werkwijze der Vesting-Artillerie. [Oct. 1913. toe zij bezet worden door gewoonlijk één stel peilers (één peiler en één hulppeiler) en minstens twee stel waarnemers, benevens de noodige telefonisten. Voorloopig zullen de peilwaarnemingsposten alleen in hun eerste kwaliteit, die van peilpost, beschouwd worden. Zij zijn gelegen op punten, die een zoo ruim mogelijk uit zicht op het voorterrein toelaten, zonder daarom voor den vijand te zeer in het oog te vallenzoo noodig (indien daar voor geen natuurlijke hoogten of gebouwen kunnen worden aangewezen) worden hooge stellingen gebouwd. Bijzondere zorg moet worden besteed aan het maskeeren der peilposten (evenals trouwens aan die van batterijen en waarnemingspos ten), ook tegen vliegtuigen. De peiler, o. a. voorzien van een „kaart voor peilwaar nemingsposten", heeft in de dagen van voorbereiding gele genheid het terrein nauwkeurig te leeren kennen en met zijn kaart te vergelijken, zoowel vanuit zijn post als door verkenningen in het terrein. Die kaart is een op een opplak- bord geplakte topografische kaart, waarop het vierkantennet, de plaats van den post en de meetlijn, alsmede de peilsector voorkomen. Het vierkantennet is, zooals bekend zal zijn, gemerkt met letters en cijfers, letters voor de horizontale en cijfers voor de verticale rijenmen krijgt dus horizontale rijen van b. v. At A2 A, enz. en verticale rijen van b. v. Ag B3 C3 enz. Eik punt van de kaart en dus van het terrein kan derhalve bepaald worden door letter en nummer van het vierkant en de afstanden in m. M. tot een der hoek punten, waarvoor bij de Vesting-Artillerie steeds de linker bovenhoek wordt genomen. De opgave eener ligging wordt nog vereenvoudigd, doordat bepaald is, dat altijd éérst de afstand in horizontale, daarna in verticale richting wordt opgegeven. Het aflezen geschiedt met den plaatsaanwijzei, zijnde een messingen winkelhaak met millimeterverdeelingen, waarbij op het horizontale been gegraveerd is „Eerst aflezen" en boven aan het verticale been „Boven". De meetlijn van den post is de lijn, die over den post en 1081 L. M. T. 1913. 72.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 21