Oct. 1913.] Cavalerie bij de achterhoede
cavalerie ter beschikking moeten stellen van den commt. der
achterhoede.
Omdat 't evenwel van 't grootste gewicht is, om te weten
le. hoe sterk de vijand vervolgt,
2e. op welke wijze hij dit doet (één of meer wegen),
3e. of zijn hoofdmacht op een gegeven oogenblik aan die
vervolging deelneemt,
is het noodig, dat één of meer zelfstandige patrouilles zich
die gegevens trachten te verschaffen. Zij staan echter onder
den A. B., ontvangen van dezen hare orders en hebben met
het achterhoede-verband niets te maken.
Beschikt de terugtrekkende afdeeling, behalve over hare
veiligheids-cavaleiie nog over ophelderings-cavalerie, dan dient
aan deze de taak van b. g. patrouilles te worden opgedragen.
Bovendien zal deze dan ook, ten minste als hare sterkte haar
dit veroorlooft, de pogingen van den vijand ter indirecte
vervolging, moeten tegengaan.
De taak der Cavalerie bij de achterhoede is dus een beperkte.
Wat de uitvoering van deze aangaat, ga ik ook niet mede
met de denkbeelden in het bewuste artikel neergelegd. Een
cavalerie met haar gros geplaatst op 1 a 2 K. M. op den marsch-
weg achter den achtertroep kan aan hare verplichtingen niet
voldoen. Het is niet voldoende, dat bij een opdringen van
den vijand, door de achterhoede wordt front gemaakt, zij zal
dit moeten doen op een daartoe geëigende plaats en met een
ontwikkeld front van groote breedte. Hare reserves zal zij
moeten plaatsen zoodanig, dat deze kunnen dienen tot opname
van de gevechtslinie, hare artillerie op zulk een wijze, dat
deze onder meer ook het zijterrein bestrijkt op den niet
aangeleunden vleugel, enz., enz. Met andere woorden behoeft
de Commt. der achterhoede een vrij aanzienlijken tijd, om
zijn beschikkingen te nemen en te doen uitvoeren. Noodig is
't dus, dat hij tijdig weet, of hij tot frontmaken zal worden
gedwongen.
Zijn cavalerie behoort zich bijgevolg verder achteruit te
bevinden en dient haar taak meer op te vatten als indirecte be-
1096