Cavalerie bij de achterhoede. [Oct. 1913.
geheele cavalerie zullen voorloopig achter die stelling bivaks
betrekken. Terwijl die artillerie- afdeeling geheel ter beschikking
staat van den Commt. der achterhoede (thans in opnamestelling),
krijgt deze, wat de ruiterij betreft, slechts een deel te zijner
beschikking. Een ander deel (aangenomen, dat de ruiterij bijna
geheel is kunnen worden verzameld) heeft, voor de door mij
reeds genoemde opheldering, direct haar bevelen van den
A. B. ontvangen. Zij bevindt zich slechts bij de opnamestelling,
omdat ze daar, onder dekking, het best kan rusten en vangt
hare taak aan bij 't aanbreken van den dag. Zelfs al mocht
het gedurende den nacht tot een strijd gekomen zijn tusschen
vervolgende afdeelingen en de opname-troepen en er dus reeds
nauwe voeling zijn, zal zij niet te laat komen, om tegen een even
wijdige vervolging op te treden, omdat de tegenpartij gedu
rende den nacht deze niet heeft kunnen beginnen, gezien ons
beperkt wegennet, nog daargelaten, dat ook zijn ruiterij
rust behoeft, om den volgenden dag de groote vermoeienis
sen te kunnen doorstaan, welke een indirecte vervolging
meebrengt.
Ziet de A. B. geen kans den strijd tot het donker wordt
te rekken, dan verloopt de zaak anders. Er kan nu geen
sprake zijn van een onmiddellijk terugnemen van de artillerie
en de cavalerie. Integendeel, ten einde den vijand te belet
ten den toestand te onderkennen, zal de eerste gevechtslinie,
krachtig gesteund door artillerie-vuur, zich volkomen moeten
handhaven niet alleen, maar den indruk moeten vestigen,
dat nog steeds het behalen van een overwinning voorzit.
De cavalerie zal uitwaarts van de vleugels den terugtocht
moeten sluieren.
Ook nu weer worden de treinen vooruit gezonden. Meer nog
dan 's nachts moet voor een gunstige en sterk bezette op
namestelling worden zorg gedragen. Hoe de voorste gevechts
linie nu terugkomt, hoe de artillerie in onze terreinen zich
nu nog, zij 't ook gedeeltelijk losmaakt (een deel zal zich
moeten opofferen, evenals misschien de geheele cavalerie),
gaat boven mijn voorstellingsvermogen.
1101