Oct. 1913.] Cavalerie bij de achterhoede.
voering. Volgens mijn meening.veroordeelt deze zich zelve,
gebaseerd als ze is op een veel te lossen ondergrond.
Tjimahi 8 October 1913.
Boon.
Ritmeester.
Men leze eens de beschouwingen over het gevecht bij
Haynau in de Kavalleristische Monatshefte van Mei van dit
jaar. Ik haal hier eene zinsnede aan
„Die ganze seitliche Verfolgung, beziehungsweise Deckung
des Rückzuges wird aber hinfallig, wenn dem Feinde gleich
starke oder überlegene Kavallerie zur Verfügung steht. Mit
dieser müszte immer zuerst abgerechnet worden.
Deze schrijver is 't dus met mij eens, dat noch een even
wijdige vervolging, noch een waken daartegen raison d'etre
hebben, wanneer niet beschikt wordt over een minstens in
sterkte gelijkwaardige cavalerie.
naschrift.
De Heer Boon was zoo welwillend mij zijne beschouwingen
ter kennisneming te zenden, alvorens die. in het I. M. T.
zouden verschijnenhierdoor is het mogelijk, dat mijn we
derwoord dadelijk kan volgen, en het den belangstellenden
lezer dus gemakkelijker valt ons beider ideeën te vergelij
ken. De waardeerende woorden, die mijn geachte collega aan
mijn arbeid wijdt, zijn mij een prikkel om zooveel mogelijk
te trachten die ideeën in overeenstemming met elkaar te
brengen en ten slotte een compromis te verkrijgen, dat bij
het beoefenen van samenwerking tusschen Infanterie en Ca
valerie het groote doel van mijn opstel tot richtsnoer zou
kunnen dienen. En nu ter zake.
De heer Boon stelt aan de achterhoede de uitsluitende taak
de rechtstreeksche vervolging te vertragen en aan de achter-
hoede-cavalerie uitsluitend (het woord is tweemaal cursief
gedrukt):
1104