Oct. 1913.] Nogmaals het I. M. T. veroordeeld.
In de hoop, dat binnen niet te langen tijd ook de ideeën van
die verschillende andere officieren bekend gemaakt en nader
besproken zullen worden, komt het mij wel wenschelijk voor
de nu reeds medegedeelde aan een beschouwing te onderwerpen.
In plaats van het af te keurendat een burger-uitgeverszaak
zich heeft belast met het uitgeven van een militair tijd
schrift, ben ik de meening toegedaan, dat het geheele Indische
Leger de Firma G. Kolff en Co. dankbaar mag zijn, dat zij
het meerdere tientallen van jaren geleden gewaagd heeft tot
de uitgave van zulk een maandblad over te gaan. Gedurende
44 jaren toch zijn wij officieren daardoor in de gelegenheid
gesteld, datgene, wat wij op militair gebied het licht wilden
doen zien, onder de oogen van onze collega's te brengen.
En al moge het I. M. T. nu wellicht niet het ideaal van een
militair-wetenschappelijk tijdschrift kunnen wordeD genoemd,
niemand zal kunnen en mogen ontkennen, dat hij uit dat
tijdschrift meerdere malen lessen heeft kunnen putten, waar
mede hij zijn voordeel kon doen.
Ware een burger-uitgeverszaak niet zoo bereidwillig geweest
om, zij het niet alleen uit philantropie, daarmede hulp te bieden,
ik ben er van overtuigd, dat onze armee geheel verstoken
zou zijn gebleven van een orgaan. Want over het algemeen
is de officier niet kapitaalkrachtig genoeg om het bestaan
/an een orgaan van dezen omvang te verzekeren, vooral,
doordat er heel wat risico aan verbonden is en men een vrij
groot werkkapitaal moet bezitten, om die risico te kunnen
dragen. Een uitgeversfirma, die behalve zulk een tijdschrift
ook nog andere periodieken en werken publiceert, kan met
de winsten van het eene de gaten stoppen, geslagen door de
verliezen op het andere. Een vereeniging, die zich tot de
uitgifte van een enkel periodiek bepaalt, heeft met zeer vele,
vaak onoverkomelijke moeilijkheden te kampen, wanneer zij
niet over een flink werkkapitaal kan beschikken en niet de
besliste zekerheid bezit, dat haar uitgave genoeg afnemers
zal hebben.
Dat het I. M. T. niet wetenschappelijk is, wordt geweten
1066