¥M mm mm Zijn taktische Doorschriften en handleidingen geüaarlijk? Wel een eigenaardige vraag, die we hier stellen, maar welke toch op grond van de beteekenis, door sommigen aan taktische voorschriften toegekend, wel eens werd geopperd. In zijn werk, getiteld: „Vom Russisch-Japanischen Kriege, 1904/1905" komt de Zwitsersche Kolonel Fritz Gertsch in verband met de in den Oost-Aziatischen worstelstrijd op gedane ervaringen tot de conclusie, dat taktische reglemen ten, beginselen en voorschriften de opleiding van den offi cier tot aanvoerder in den weg staan. Fritz Gertsch wil slechts een exercitiereglement tot en met de opleiding van het peloton. Voor grootere afdeelingen geen reglementen en geen officieele handleidingen, aldus is zijn conclusie. Er zullen er voorzeker weinigen zijn, die de meening van Kolonel Gertsch ten volle onderschrijven. Slechts een leger toch met ideaal kader en een ideaal korps officieren zou het zonder taktische voorschriften en handleidingen kunnen stellen. Aangezien echter elk streven moet gericht zijn op bereiking van het ideale, zoo valt daaruit tevens af te leiden, dat een leger moet trachten het gebruik en de bestaansnoodzaak van dergelijke voorschriften zoo veel mogelijk overbodig te maken. En toch bestaat nog te veel de neiging, om de functie van het koel denkende hoofd op te dragen aan het voorschrift. Toen eenigen tijd geleden onze gevechtshandleiding ver scheen, hoorden we in allen ernst beweren, dat deze (daar en daar) applicatorisch werd beoefend. Een gevechtshandleiding beoefenen Alsof er een heel nieuwe taktiek was ontstaan, terwijl in werkelijkheid slechts bestaande en door levende individuen gedragen ideeën in een boekje waren neergelegd. 1112

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 52