m
m
m
M
Eenige beschouwingen oner de
Uelduersterkingshunst.
Inleiding.
Een der voornaamste uitvloeisels van den Russisch-Japan-
schen oorlog was wel, dat men zich in alle legers, met Rusland
als afschrikwekkend voorbeeld voor oogen, heeft toegelegd
op het aan kweeken of aanwakkeren van den offensieven geest.
Het „to attack always, to attack at all times, „to attack
everybody and to attack everywhere" werd eene machtspreuk,
die overal een grooten invloed uitoefende op de opleidingen
vorming van den troep.
Toch valt er in den laatsten tijd eene strooming in de
militaire literatuur waar te nemen, die waarschuwt tegen
overdrijving.
En terecht!
Over de groote waarde van een offensieven geest boven een
defensieven behoeft hier zeker niets meer gezegd te worden,
doch wel dient opgemerkt te worden, dat de woorden offensief
en defensief zonder meer, maar al te licht reden tot verwar
ring geven.
Zeer dikwijls wordt n.l. het offensief, waarmede dan niets
anders bedoeld wordt dan de aanval, beschouwd als syno
niem met een offensieven geest, terwijl aan eene verdediging,
als onvermijdelijk daarbij behoorende, een defensieve geest
wordt toegeschreven.
Is dat nu wel geheel juist?
Het zal toch even goed kunnen voorkomen, dat in een gevecht
of veldslag de offensieve geest bij den verdediger sterker op den
voorgrond treedt dan bij den aanvaller, dat eene met offensieve
bedoelingen opgezette verdediging heel wat meer kracht en
energie toont, dan een aarzelend uitgevoerde aanval.
1117