Nogmaals het I. M. T. veroordeeld.
[Oct. 1913.
aan de omstandigheid, dat de uitgeversfirma zoo'n bescheiden
bedrag ter beschikking van den redacteur stelt, waarvan deze
het honorarium voor corrector en medewerkers moet afzon
deren dat dit honorarium althans voor Indië buitenge
woon laag moet worden genoemd. Voorts ook omdat de re
dacteur noodgedrongen verplicht is herhaaldelijk artikelen,
waarbij platen of kaarten behooren, af te wijzen, uitsluitend,
omdat de uitgever bezwaar maakt de meerdere kosten aan de
reproductie, hieraan verbonden, te dragen. Een derde reden is
verder, dat kaarten of grafieken bij de berekening van het hono
rarium in het geheel niet in aanmerking worden gebracht.
Wanneer wij eens een vergelijking maken tusschen het I.M.T.
en De(n) Militaire(n) Spectator, welk laatste tijdschrift toch
zeker wel als een goed militair-wetenschappelijk tijdschrift
mag worden beschouwd, dan merken wij hierbij op:
1°. dat het ook door een burger-uitgeversfirma wordt uit
gegeven
2°. dat het honorarium, wanneer dit nog wordt gegevenwant
in de meeste gevallen moet de schrijver het zich een eer
achtenzijn artikel er in opgenomen te zien en zich dus daar
mede alleen vergenoegenal zeer laag is (nl. f 10 het vel
druks van 16 bladzijden, die heel wat meer bevatten,
dan die van het I.M.T.)
3°. dat eventueele platen en teekeningen aldaar evenmin
bij de berekening van het honorarium in aanmerking
worden gebracht en dat ook aldaar bij de aanneming
van artikelen wel degelijk gelet wordt op de bijbehoo-
rende teekeningen, enz.
Het schijnt mij dan ook toe, dat de genoemde oorzaken voor
de mindere militair-wetenschappelijkheid van het I.M.T. niet
de juiste zijn, want waarom kan De Militaire Spectator wel
aan dien eisch voldoen en het I.M.T. niet en dat nog wel onder
de omstandigheid, dat het laatste beter betaalt, ja zelfs bijna
drie en een half maal zooveel.
Mijns inziens ligt het genoemde gebrek in het feit, dat de
wetenschapsmannen ons Indisch periodiek van wetenschap-
1067