Ötc. 1913.] Nogmaals het I. M. T. veroordeeld. pelijke artikelen onthouden; wanneer een zeker ding gebrek heeft aan een of andere zaak, dan is toch niets rationeeler, dan het van datgene, wat gemist wordt, te voorzien. De schuld ligt dus eenig en alleen bij de bedoelde mannen der wetenschap; zij kunnen in deze alles doen om het I.M.T. op die hoogte te brengen, welke zij zelf wenschen. Daarvoor is waarlijk geen ander periodiek noodig; daarvoor behoeft toch heusch niet een reeds jarenlang in een zekere behoefte voorzien hebbend tijdschrift te worden in den grond gewerkt. Doch daar komt nog meer bijdoor een zuiver wetenschap pelijk tijdschrift wordt den meer bescheidenen van capaci teiten alle kans ontnomen om hun gedachten aan hunne collega's bekend te maken, wat zeker niet aanbevelenswaardig is. Ieder moet in de gelegenheid zijn om datgene, wat hij door studie of ervaring heeft verworven, aan zijn medeschepselen mede te deelendoch niet ieder draagt den stempel van wetenschap pelijkheid, dan wel, wil zich die eigenschap zelf toedichten; werkelijke wetenschapsmenschen zijn er maar heel weinig, bovendien is zuivere wetenschap vaak verbazend dor, terwijl een meer populair geschreven stuk meestentijds veel meer tot lezen lokt. Of dus de omstandigheid, dat het I. M. T. allesbehalve het ideaal van een militair-wetenschappelijk tijdschrift genoemd kan worden, wel zoo heel erg is af te keuren, valt nog te bezien, vooral waar ik er ten volle van overtuigd ben, dat noch gij, geachte redacteur, noch een van Uwe voorgangers of opvolgers er ooit bezwaar inziet, hebben gezien of zullen zien, een wetenschappelijk artikel op te nemen, wanneer de reproductiekosten van de bijgevoegde kaarten, teekeningen of grafieken aan billijke eischen voldoen. Zooals ik zooeven reeds zeide, is het aantal werkelijk we tenschappelijke mannen niet groot, en toch zal het nieuwe tijdschrift, wanneer het ten minste het levenslicht aanschouwt, hoofdzakelijk van deze zijn stof moeten ontvangen; het zal derhalve het orgaan van een zekere kleine categorie van per- 1068

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 6