Veldversterkingskunst Oct. 1913.
proefondervindelijk gegevens vast te stellen omtrent de be
schikbaarstelling en medevoering van het pioniergereedschap,
noch om de superioriteit van het eene soort gereedschap boven
het andere aan te toonen, doch uitsluitend om een idee te
vormen binnen hoeveel tijd, onder niet al te gunstige omstan
digheden, eene gevechtsdekking gereed kan zijn.
Wel zouden graafoefeningen in den geest van de hierboven
beschreven, kunnen medewerken om een juist antwoord te
geven op de belangrijke vraag, op welke wijze en in welken
trein het groot pioniergereedschap medegevoerd moet worden.
Daartoe zou evenwel naar onze meening met een enkele
proef niet kunnen worden volstaan, doch een groot aantal
dergelijke oefeningen onder verschillende omstandigheden en
in verschillende terreinen moeten gehouden worden.
We hopen door dit opstel het belang van de veldverster-
kingskunst ook voor het Indische leger, iets naar voren ge
bracht te hehben en waar noodig eenige belangstelling te
hebben opgewekt voor dit onderdeel onzer opleiding. Natuur
lijk is het daarbij niet de bedoeling geweest om een pleidooi
te leveren voor de min of meer eentonige graafoefeningen
zonder meer, doch voor de toepassing van de veldversterkings-
kunst in een tactisch verband, dus als gevechtsoefening,
waarbij de verdediger in de gelegenheid wordt gesteld om
kennis te maken met de verschillende moeilijkheden, die zich
daarbij voordoen en de aanvaller zijn krachten eens kan be'
proeven op de verkenning van eene volgens de moderne
beginselen aangelegde zoo goed als onzichtbare, stelling.
B.
1135