Nogmaals het I. M. T. veroordeeld. [Oct. 1913.
sonen worden, die flink aan zullen moeten werken om een
periodiek van denzelfden omvang als het I.M.T. in het leven
te roepen en, wat het voornaamste is, ook in stand te houden.
En nu vraag ik mij af, is dat wenschelijk en ook mogelijk?
Ik geloof van niet.
Doordat slechts weinigen als medewerkers van dat tijdschrift
zullen in aanmerking komen, wil het mij voorkomen dat het den
stempel zal dragen van exclusivisme, van „zoo is het en niet
anderswant zal een artikel van iemand, die nu niet direct
tot de wetenschapsmannen gerekend wordt en het niet met
deD gedachtengang van een der wetenschappelijke schrijvers
eens is, wel worden aangenomen
Zou bij het ideaal van militaire wetenschap de deur als
dan opengezet worden voor niet-wetenschap, iets wat beslist
leiden moet tot degeneratie?
Voor het tijdschrift moge dit niet gewenscht zijn, doch voor
het officierskorps m. i. zeer zeker wel. Dit laatste heeft een
orgaan noodig, waarin het zich op behoorlijke wijze kan uiten;
waarin gepaste critiek op het geschrevene geleverd kan wor
den; waarin ook de jongeren een plaats vinden voor hetgeen
zij aan de overigen voor willen leggen ter overweging of
eventueele behartiging; er is zooveel, dat voor publieke be
spreking in aanmerking komt, en dat dan ook onder aller
oogen moet kunnen worden gebracht.
En dat alles kan niet worden opgenomen in een tijdschrift,
op welks titelblad het woord „Wetenschap" vermeld staat.
Een ander bezwaar van zulk een tijdschrift meen ik te
moeten zoeken in het feit, dat het onwillekeurig op die wij
ze een „semie-officieel" tijdschrift kan worden; zoo iets van
.een meer uitgewerkt en nader geargumenteerd voorschrift,
en nu vraag ik mij af, of dit wel verkieselijk is.
Het komt mij voor, dat van een militair tijdschrift zoo min
mogelijk moet uitgaan een geest van gezag; het moet m. i. zui
ver onafhankelijk zijn en het wordt ook naar mijne meening
het best geredigeerd door een onafhankelijk persoonbijv door
iemand, die het leger heeft verlaten, doch het zich tot een eer
1069