Korte Mededeelingen. [Oct. 1913.
Ka aangestipt te hebben, dat de Nederlandsche volksvertegenwoor
diging in 1912 gelden weigerde voor den aanbouw van een pantser
schip" naar zijne n;eening volkomen terecht, want rMit einem Schift'
isc h'ier nichts getan!" gaat hij voort: „Was du bist, bist du nur
durch Yertrage" und durch den guten Willen anderer, nicht durch
die eigene Kraft, das gilt, wenn jemals in der Geschichte von einem
Kolonialreieh, von dem niederlandischen Besitz in Südostasiën.'
Hij vestigt nu de aandacht op hetgeen schrijvers van invloed als
Inukai, Tomizu, Terao, maar vooral Takekoshi ter zake geschreven
hebben. Laatstgenoemde, die Nederlandsch-lndië bezocht heefc, gaf in
den herfst van 1908 in de „Yomiuri Shimbun" zijne indrukken weder
en bij besloot zijn artikel meteone krachtige opwekking aan zijne land-
genooten zich naar het zuiden en niet naar het noordwesten te wenden.
Dergelijke aansporingen zijn niet welkom aaD de z.g. militaire of
bureaucratische partij, waaraan Japan zijne machtsuitbreiding op het
vaste land te danken heeft en welke natuurlijk de emigratie
daarheen leiden wil. Maar in het najaar van 1912 kwam de door de
regeeriug gesubsidieerde „Zuidzee-Postvaart-Maatschappij" (Nanyo Yu-
sen Gumi) tot stand, waarvan de eerste stoomer den 22sten October
Kobe verliet. Het is de vraag, of het hierbij blijven zal.
Het staat vast, dat de hierbedoelde bureaucratische partij sedert de
laatste kabinetswisselingen veel van haar vroeger gezag verloren heefc,
terwijl de invloed harer tegenstanders, waartoe de volhardende beplei
ters van den trek naar het zuiden behooren, in gelijke mate toegeno
men is. Wel behooren deze nog niet tot de regeeringspartij, maar huune
politieke vrienden in de kamer van afgevaardigden—de leden der Seiyu-
club en der Kokuminto zijn talrijk genoeg, om hun aansporingen
tot uitbreiding naar het zuiden eene beteekenis te geven, welke niet
onderschat mag worden.
Gedurende de propaganda, die zij thans voor hunne staatkundige
denkbeelden door het gansche land maken, komen zij telkens terug
op de kreet: „naar het zuiden", in 1908 door Takekoshi zie boven-
aangegeven.
Den 8sten Juni j. 1. besprak de Heer Unukai, de leider der Koku
minto, de militaire politiek op eene vergadering te Nagoya. Hij toon
de zich een tegenstander van legeruitbreiding, omdat Japan toch nooit
een even sterk leger als Rusland hebben kan. Het moest volgens hem
afzien van elke expansie in noordelijke richting, doch zich wapenen,
„because we must fight unreasonable objection to our peaceful expan
sion to the South". (1) Het is maar de vraag, wat Inukai „unreasona
ble" noemt. De Japanners hebben eene gansch eigen opvatting van
die uitdrukking.
Ook de leider der Seiyu-clnb, de Hter Ozaki, vroeger burgemeester
van Tokyo, liet zich niet onbetuigd. In een artikel, dat in Augustus
j. 1. in de „Jiji Shimpo" van zijne hand verscheen, noemde hij den
oorlog tegen Rusland de grootste fout, die ooit in de politieke ge-
(1) Japan Times van 12 Juni 1913.
1143