Korte Mededeelingen. Voor een goed doel. Oct. 1913.] schiedenis van Japan begaan is. Yolgens hem is voor een land als Japan niets verkeerder dan gebiedsuitbreiding op het vaste land en hij bepleitte eene politiek, die tot de hegemonie van Japan in den Stillen Oceaan zou leiden, waartoe in de eerste plaats eene vloot noodig is, welke tegen de Amerikaansche opgewassen is. Hij is dus tegen elke expansie in Noordwestelijke richting en waar hij ook reeds bij vroege re gelegenheden den trek naar het Zuiden bepleit heeft, wijst de Japan Advertiser" van 29 Augustus er terecht op dat Ozaki in dezen geheel aan de zijde van Takekoshi staat. Deze uitingen staan volstrekt niet op zichzelf en daar zij afkomstig zijn van mannen als Inukai, Ozaki e a., die, 't zij door hunne wef- sprekendheid, 't zij door hun karakter, een grooten invloed uitoefenen, kan het niet anders, of zij zullen langzamerhand meer en meer ingang bij de groote massa vinden. In verband met het voorgaande moge herhaald worden hetgeen vroeger bericht werd, n. dat de instemming, welke de plannen tot vernieuwing en versterking van de zeemacht vinden, wel moet doen denken aan expansiezneht, aan het verlangen naar exploratiekoloniën, zooals Formosa. Deze conclusie wordt bevestigd door eene uitlating van den vertegenwoordiger van het machtige handelslichaam Mitsui Bussan Kaisha te Manila tegenover een persman, n. 1 dat Japan zeer zeker behoefte had aan de Philippijnen; gelukkig liet hij er gerust stellend op volgen: „Political control is not the object in view". (1) Ook is het teekenend, clat eenige Japansche bladen het origineelo voorstel deden te berusten in de nieuwe wet betreffende het grond bezit in Californië door niet genaturaliseerde buitenlanders, op voor waarde, dat Amerika de Philippijnen aan Japan afstond. Uit een en ander moge gebleken zijn, dat Hausbofer waarlijk niet zonder grond beweert, dat er een drang naar het Zuiden bestaat, en niet onduidelijk laat hij doorschemeren, wat de gevolgen hiervan voor de Philippijnen, voor Nederlaudsch-Indië en zelfs voor Australië kun nen zijn. Natuurlijk onthoudt hij zich hierbij van eenige tijdsbepaling, het is geen zaak van vandaag of morgen of de volgende week, maar het verschijnsel bestaat en zal op den duur in sterkte toenemen. A. Sinds 1890 bestaat in het moederland onder de zinspreuk, „Moed, beleid en trouwen onder Koninklijke bescherming, eene vereeni- ging, die volgens art. 2 der statuten toe doel heeft de bevordering van de belangen der Ridders van de Militaire Willemsorde beneden den rang van officier en dat wel door: le. hen behulpzaam te zijn bij het verkrijgen van een maatschap pelijke betrekking bij hot verlaten van den dienst; 2e. hen te ondersteunen, wanneer zij in behoeftige omstandigheden mochten verkeeren (1) Japan Advertiser van 1 Augustus 1913. 11-M

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 84