Oct. 1913.] Van Vreemde Legers. gelden voor de oprichting van l nieuwe divisiën gebracht zullen wor den. De „Hochi Shimbun" wist mede te deelen, dat Generaal Kusunose, de nieuwe Minister van Oorlog, eene uitbreiding van de vredessterkte tot 30 divisiën noodzakelijk acht en dat hij de daarvoor noodige fondsen wil vinden door het afschaffen van de fourage-indemniteit voor de officieren van de administratie en den geneeskundigen dienst en door verkorting van den oefeningstijd. Waar het echter nog eenigen tijd duren zal, vóórdat de veel besproken 2 nieuwe divisiën opgericht zijn, zijn dergelijke verstrekkende plannen niet meer dan toekomstmuziek. Ook wordt er aan getwijfeld, of eene aanmerkelijke uitbreiding van het leger alleen op geldelijke bezwaren stuiten kan. Reeds vroeger is uiteengezet, dat eene vermeerdering van het aantal divisiën verminde ring van het physieke gehalte veroorzaken kan, maar nu betoogt de „Nippon' dat Japan wegens zijne zeer beperkte hulpbronnen voor het onderhoud van zoo'n groot leger in oorlogstijd veelte afhankelijk van het buitenland is, om onder alle omstandigheden den aanvoer van alle benoodigdheden volkomen verzekerd te achten. Het blad beweert, dat de helft van de uitgaven gedurende den oorlog tegen Rusland, J.200.000.000 yen, besteed werd voor aankoopen in het buitenland en dat de toe vallige aanwezigheid van een Russisch oorlogsschip op een zeker tijd stip te Shanghai voldoende was om de verzending van in het buiten land bestelde winterkleeding naar het oorlogstooneel aanmerkelijk te vertragen. De moeilijkheden, welke men toen bij de verpleging van de te velde staande troepen ondervond, zullen, in geval de uitbreiding tot stand komt. in een toekomstigen oorlog nog veel grooter zijn. Het bovenstaande is zeker niet van grond ontbloot en zal den voor standers van vernieuwing en versterking van de zeemacht zeer welkom zijn. 1148

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 88