Oct. 1913], Overzicht van eenige Tijdschriften.
het leer van den schoeu, wat weer voetwonden kan veroorzaken. Ook
kan het leer van den schoen zoo stug zijn, dat de gewensehte aan
sluiting van den voet onvoldoende is.
Deze nadeelen worden, zoo meent S, ondervangen door het gebruik
van een wreefriem. De wreefriem, 4 a 5 c. M. breed en van niet te
stug leer, wordt aangebracht tusschen den voet en den schoen. De
uiteinden van den wreefriem moeten dan door een paar openingen
op zij van den schoen steken en worden aan de buitenzijde van de
contrefort middels gespen vastgemaakt.
De luitenant van Keulen behandelt nog weer een paar gevallen,
betrekking hebbende op het optreden van de infanteriespitsen komt
daarbij natuurlijk tot de conclusie, dat het (Nederlandsche) V. V. op
dat punt onvolledig is. Natuurlijk zeggen we, want, zoo we reeds op
merkten, kan een V. Y. niet alles aangeven wat een spits of een
patrouille wel eens zal moeten doen. Maar de fout is, dat het fNe-
derlandsche^) V. V. te veel vertelt van de verplichtingen van de in
fanteriespits en de doorzoekingspatrouilles. Ruim 4 bladzijden, bevat
tende 15 punten. Met wat goeden wil kan men dan bij heel wat
punten een opmerking plaatsen.
Een aangelegenheid, voor ons misschien in een zeer verre toekomst
van belang, behandelt Mr. Dr. J. Eysten, n. 1. wat of moot worden
verstaan onder de uitdrukking „werkelijke dienst". Enkele maanden
geleden werd door de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland uitspraak
gedaan, waarbij werd gehandhaafd het besluit van den gemeenteraad
van den Haag, hetwelk bepaalde, dat een districtscommandant van de
landweer werd toegelaten als lid van den gemeenteraad. Hierbij werd
dus aangenomen, dat een dergelijk persoon niet behoorde te worden
beschouwd als „krijgsman in werkelijken dienst."
Van luitenant S. J. C. Oly valt weer een artikel te vermelden, n. 1.
een studie over „Instrumenten ter beperking van de verticale sprei
ding van het bundelvuur." Tevoren behandelde deze schrijver „de
automatische handvuurwapens", welke studie thans in den handel
verkrijgbaar is.
De tot nu toe bestaande toestellen tot beperking van. de hoogte
spreiding kunnen in drie soorten worden verdeeld, n. 1.
a. een slingerschietlood
b. een rollend kogeltje op een plat niveau;
c. een kwikniveau in communiceerende vaten.
Van deze drie soorten behandelt S. thans die vermeld onder a
waarbij eenige teekeningen ter toelichting.
Voorts bevat deze aflevering nog:
„Eeuwherinneringen", door den res. luit. kol. van den Belt;
„fechetsen uit Mantsjoerije", van denzelfden schrijver;
„Kaderoefening op de kaart en in het Voorschrift", door kapitein
J. M. Sluys.
1150