Tactische oefening op de kaart. [Oct. 1913. Op moreele gronden behoort de uitdrukking Terugtochtsbevel te worden vermeden, zonder bezwaar kan gewoonlijk de term Marschbevel worden gebezigd. Een noodzakelijk vereischte om de juiste uitvoering van een bevel te waarborgen, is dat de ontvanger van het bevel zich kan orienteeren in de omstandigheden, waaronder hij de hem opgedragen taak zal hebben te vervullen. Iiij moet dus op de hoogte zijn van le. de berichten van den vijand, 2e. den algemeenen toestand bij de eigen troepen, 3e. de algemeene opdracht voor de troepen, welke onder commando staan van de autoriteit, die het bevel heeft uitgegeven. In het algemeen zal dus een bevel steeds deze drie punten moeten bevatten. Vermelding van een of meer dezer gegevens kan alleen achterwege blijven, indien deze kort geleden werden bekend gesteld, en sindsdien geene wijziging in den toestand is ingetreden. Bij het redigeeren van de hier bedoelde punten betrachte men de meest mogelijke soberheid. Het heeft toch geen zin gedetailleerde mededeelingen omtrent den vijand te doen, indien deze bijv. reeds eenige dagen oud, en dus, practisch gesproken, waardeloos zijn. Noodelooze wijdloopigheid bemoeilijkt het lezen en begrijpen, en doet de kans op een misverstand evenzeer stijgen als het verstrekken van onvolledige gegevens. De algemeene toestand der eigen troepen behoeft alleen te worden aangegeven, voor zoover deze voor de uitvoerders van het bevel van belang is. Ook bij de omschrijving van de algemeene opdracht der eigen troepen neme men niet meer op, dan strikt noodig is om de eenheid van handelen te waarborgen. Hierop volgen 4e. de bevelen voor ieder van de rechtstreeks onder den A.B. staande onderbevelhebbers, waaronder begrepen de commandanten der trein- afdeelingen. Hierbij dient nauwkeurig rekening te worden gehouden met de organieke verhoudingen, zoowel met de normale, als met die, welke door den uitgever van het bevel tijdelijk worden in het leven geroepen. De autoriteit, die een bevel uitgeeft, richt dit uitsluitend tot de onderaanvoerders of andere personen die rechtstreeks aan hem ondergeschikt zijn. Slechts in buitengewone, spoedeischende gevallen kan het voorkomen, dat een of meer schakels in de bevelvoering wor den gepasseerd. In zoo'n geval is het echter dringend geboden, de betrokken ondercommandanten met de verstrekte opdracht in kennis te stellen, c.q. hun mededeeling te doen, dat eenig onderdeel hunner troe pen niet meer onder hun commando staat. Een Brigade Ct. zal bijv. nu eens bevelen verstrekken aan zijne Bataljons Cten, Art. Ct., Cav. Ct., enz., dan weer aan Cten van door hem zelf in het leven geroepen verbanden, als de Cten der Yeiligheids- afdeelingen, Yak Cten, Bivak Cten enz. 1155

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 95