directiestuk, van het 3e op het 2e, enz. (opvolgend evenwijdig stellen). Hierbij moet het tweede stuk richten met den diametraal H. M. stand van het eerste, tenzij gebruik wordt gemaakt van het vizier, dat op de richtinstrumenten der stukken is aangebracht (bijzonder geval IV, b, 2°.) (Pt. 213,214,151). Nadat de vuurmonden met hunne schootsvlakken hetzij evenwijdig zijn gesteld, hetzij convergeerend op het doel, wordt door toepassing van een opvolgende correctie nauwerwijder) het vuur over het doel verdeeld. (Pt. 384). In bewakingsstelling blijven de schootsvlakken evenwijdig. Dat van het rechter stuk gaat door het z. g. hoofdrichtpunt, d. i. een punt, ongeveer in het midden van het terreinge deelte, waarin gevuurd moet worden (Pt. 356). Duiischland. Fig. 22 geeft schematisch de waarschijnlijke inrichting en de plaatsing op den vuurmond aan van de „Richtflache" van het Duitsche veldgeschut C.96 n/A. De lichte veldhouwitser moet met een dergelijk richtvlak uitgerust zijn. Toestellen B. C. komen, voor zoover bekend, slechts voor in de uitrusting der lichte veldhouwitserbatterijen (twee „Richtkreisen" per batterij) en niet in die van de kanonbatterijen. Zij houden, wat hun inrichting, verdeeling enz, betreft, verband met de richtmiddelen van het geschut, die niet mordern genoemd kunnen worden. De achterlijkheid van het materieel heeft zonder twijfel krachtig bijgedragen tot het zoo lang mogelijk op den achtergrond houden van de indirecte richting, en dus van de gedekte stelling. De Duitsche richtmethoden vertoonen veel overeenkomst met de Nederlandsche, en zijn af te leiden uit het gestelde in het „Exerzier-Reglement für die Feldartillerie" (E. R.) pt. 104, 109, 143, 144, 190, 225, 226 en 227, en in het „Schiesz- 17 BERGGESCHUT, MET BEHULP VAN HOEKMEETINSTRUMENTEN. [Jan. 1914. I. M. T. 1914. 2.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 17