Jan. 1914.] Indirecte zijdelingsche richting voor veld- en
vorschriffc für die Feldartillerie" (3. V.) pt. 170-175, 180,
181 en 272.
De Duitsche veldartillerie kent dan:
1° Het doen convergeeren der normaallijnen van de stuk
ken en (bij houwitserbatterijen bovendien) van het richttoe-
stel B. C. op het doel, door toepassing van het bijzondere
geval I. Zie aldaar. (E. R. pt. 144, 227, S. Y. pt. 171).
2° Alleen bij houwitserbatterijenhet doen convergeeren
van de normaallijnen van „Richtkreis" en richtinstrument
van het „Grundgeschütz" op het doel door wederkeerige
richting, dus door toepassing van het bijzondere geval II, b,2°.
Voor het bepalen van de doelparallax schijnen tabellen gebe
zigd te worden (S. Y. pt. 174, 272).
3°. Het parallelstellen der vuurmonden aan een „Grund
geschütz" door wederkeerige richting, nadat dit in de richting
is gesteld met richtbaken e. d., de „hohe Richtflache", of, bij
houwitserbatterijen, met de „Richtkreis". (Bijzonder geval
IV, b, 2°) (E. R. pt. 104, 109, 144, 190, 227, S.Y. pt. 173, 175).
Zoodra alle stukken het vuur geopend hebben, treedt van
zelf een vuurverdeeling in, die de B. C. zoo heeft te regelen,
dat het geheele doel onder vuur wordt gehouden. Het niet
elkaar kruisen der schootsvlakken voor het doel wordt niet als
eisch gesteld. (S. V. pt. 178).
Wijziging der breedteverdeeling heeft plaats door een op
volgende correctie (Grundkorrektur), van een willekeurig stuk
uit (dat in de gewenschte richting schiet), dat dan in het
commando z. n. tot „Grundgeschütz" wordt gepromoveerd
(E.R. pt. 143a, 226). B.v. „Feuer verteilen vom Grundgeschütz
(3. von links) mit 6!" of „Feuer vereinigen auf das Grundge
schütz (1. von rechts) mit 4!"
Engeland.
„Field-Artillery-training" 1912, stelt op den voorgrond, dat
het van het grootste belang is, de schootsvlakken bij de eerste
richting evenwijdig aan elkaar te brengen, omdat de B.C. dan
18