Jan. 1914.] Indirecte zijdelingsche richting voor veld- en dial-sight van het stuk van richting als director dienstdoet. Hieruit volgt, dat evenwijdig stellen der normaallijnen of convergentie daarvan op het doel door wederkeerige richting slechts wordt toegepast bij grooten afstand tusschen de betrek kelijke instrumenten. Het onderling evenwijdig stellen der stukken heeft daarom nimmer plaats door wederkeerige richting op elkander, doch of door gebruik te maken van een algemeen richtpunt, of door wederkeerige richting tusschen ieder der stukken en den op minstens 80 yards afstand geplaatsten director. Overigens zien wij in het Engelsche reglement een vrij uitgebreide, zij het dan ook hier en daar gebrekkige, toepas sing van de theorie, hiervoren ontwikkeld; het toont een breedere opvatting van het probleem der indirecte richting dan de Nederlandsche en Duitsche voorschriften, doch schiet in duidelijkheid van behandeling der materie ernstig tekort, en steekt daardoor sterk af bij de hierna te bespreken Fran- sche reglementen, die men toch bij de samenstelling als richtsnoer heeft of had kunnen gebruiken. Frankrijk. Het in Frankrijk, vroeger dan in eenig ander rijk, ont wikkelde beginsel van volkomen gedekte opstelling der ar tillerie noodzaakte tot een vroegtijdige ontwikkeling van de zijdelingsche indirecte richting der veld- en bergartillerie. Het onmiskenbaar heldere inzicht der Franschen heeft hun den weg gewezen, zoodat zij op dit, evenals op zoo menig ander artilleristisch gebied, de voorgangers van Europa ge- no emd kunnen worden. De helderheid, beknoptheid, en grondigheid, waarmee het „Règlement provisoire de manoeu vre de l'artillerie de campagne", 1910, Titre IV, de voorbe reiding van het vuur uiteenzet, zijn voorbeeldig. Dezelfde stof wordt voor de Berg-Artillerie behandeld, minder grondig, en o. i. minder gelukkig, in het „Règlement provisoire de manoeuvre de l'artillerie de montagne" 1909 Titre III. 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 22