Jan. 1914.] Indirecte zijdelingsche richting voor veld- en
Voor de berekening van de richtpuntparalJax wordt aan
bevolen, zich den cirkel voor te stellen, die de meetkundige
plaats vormt van alle punten, waarvan de parallax ten op
zichte van het batterij- (sectie-) front dezelfde is (fig. 4b-c)
en dan de parallax te berekenen voor het fictieve, loodrecht
op het batterijfront gelegen richtpunt S.
Kan de „lunette de batterie" onmiddellijk bij het R. stuk
worden opgesteld, zoo wordt de aflezing daarvan door het
R. stuk als H. M. stand overgenomen.
Moet de B. C. zich verder van de batterij verwijderen, dan
richt hij, om berekening te voorkomen, zijn kijker, gesteld
op pl. o, tamb. 100, zoo goed mogelijk evenwijdig aan de lijn
batterij doel, en draait daarna zijn kijker, tot hij evenwijdig
komt aan de lijn batterij richtpunt, (fig. 25)
Ad. II. Hieronder verstaat men:
a. Het in de richting brengen van een stuk.
Dit geschiedt op het oog, door richtbaken, of door weder-
keerige richting tusschen stuk en B. C. onder toepassing van een
correctie, gelijk aan de doelparallax voor den afstand stuk
B. C. Berekening kan worden vermeden, door den batterijkijker
zoo goed mogelijk evenwijdig te stellen aan de lijn stuk— doel.
b. Het vormen van den waaier op dat stuk:
le door gebruik te maken van een algemeen richtpunt,
als onder I besproken, of
2e door evenwijdig stellen der stukken met wederkeerige
richting.
Er wordt op gewezen, dat het vormen van den waaier kan
plaats hebber, voordat de juiste richtiDg bekend is. Nadat
het stuk van richting, op welke wijze dan ook, juist gericht
is, en de nieuwe H. M. stand bij richting op het algemeen richt
punt bepaald, wordt het verschil tusschen dezen en den ouden
H. M. stand ook bij de andere stukken in rekening gebracht.
Berg-artillerie.
De behandeling der richting in R. M. titre III toont veel
overeenkomst met die in R. C. 1903, en is in verband daar-
24