mede dan ook achterlijk. Het grootste bezwaar is wel, dat de invloed van de ligging van het richtpunt op den onder- lingen stand der schootsvlakken niet wordt besproken, althans niet duidelijk. I. Het doen convergeeren van de schootsvlakken in een punt van het doel (pt 10) en het openen van den waaier. Behoudens in het geval, dat doel en richtpunt dicht bij elkaar gelegen zijn, is een échelonnement de convergence noodig. Een échelonnement de repartition (pt 11) zorgt weer voor een behoorlijke opening van den waaier. De som van deze beide correcties heet échelonnement total, (pt 13). De échelonnement de convergence is afhankelijk van richt punt- en doelparallax. Door de o. i. minder oordeelkundige toekenning van teekens aan deze grootheden vergroot men echter de kans op foutieve berekening in de practijk. De grootte van de parallaxen wordt berekend uit den afstand van doel of richtpunt en de basis, waarop de pa rallax betrekking heeft, gemeten loodrecht op de richting dier punten. Ten einde zich weer van berekeningen los te maken, wordt de proefondervindelijke bepaling van de échelonnement de convergence of van de échelonnement total aangeraden (fig. 26 en 27). Is n.l. een punt van het doel duidelijk zichtbaar (fig 26) of is dit het geval met beide vleugels (fig 27), zoo brenge men de normaallijnen van twee instrumenten, opgesteld met n stuksintervallen tusschenruimte, op dat punt c. q. die vleu gels, en leze daarna den H. M. stand af bij richting van den kijker op het richtpunt; is dan de échelonnement de convergence, resp. échelonnement total, (pt. 18). In de practijk kan de waarde dezer methoden niet anders dan gering zijn, omdat hiervoor noodig is de verplaatsing van den batterijkijker, waar veel tijd mee heen gaat, of me- 25 BERGGESCHUT, MET BEHULP VAN HOEKMEETINSTRUMENTEN. [JaO. 1914.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 25