Jan. 1914.] Indirecte zijdelingsche richting voor veld- en
tiDg uit de standplaatsen der stukken, vanwaar het doel
hoogst zelden zichtbaar zal zijn.
Uit een tabel voor doelparallax en richtpuntparallax (An
nexe II) worden dan in pt. 16 eenige gevolgtrekkingen ge
maakt omtrent de grootte en zin van de échelonnement de
convergence bij verschillende ligging van het richtpunt. Men
komt zoo tot een stel gegevens, dat gememoreerd moet wor
den, en daardoor aanleiding geeft tot automatenwerk. Dit
nu moet zooveel mogelijk worden vermeden, daar het tot de
grofste flaters kan leiden, en moge het al bij onderofficieren
nut kunnen afwerpen, in ieder geval officieren onwaardig is.
Moet tot het in de richting brengen van het R. stuk ge
bruik worden gemaakt van den batterijkijker, zijwaarts op
gesteld, zoo wordt een convergentiecorrectie toegepast, die
in dit bijzondere geval, „correction de station" heet, en ver
waarloosd wordt, indien zij niet grooter is dan 10 0/00. Zij
stelt zich weer samen uit doel- en richtpuntparallax.
II. Het evenwijdigstellen der stukken kan geschieden (pt.
19-23):
a. door onderling wederkeerige richting,
b, door richting op een ver, en zuiver zijwaarts (minstens
op 1000 M.) gelegen richtpunt.
Moet in dit geval een der stukken in de richting worden
gebracht met behulp van den zijwaarts opgestelden batterij
kijker, zoo geschiedt dit door wederkeerige richting, onder
toepassing van een correctie, gelijk aan de doelparallax, en
omtrent den zin waarvan wordt gezegd: „Le sens de la
correction est aisément déterminé par la condition de ramener
la ligne de tir vers l'observateur". "Verg. de bepaling van den
zin van de „displacement" bij de Eng. Yeld-art.
De correctie kan weder vermeden worden, door richting van
de normaallijn van het instrument zoo goed mogelijk even
wijdig aan de lijn stuk—doel te nemen.
Het verdient nog opmerking, dat in bewakingsstelling
(pt. 33- 35) den B.C. vrijheid wordt gelaten, zijn stukken op
te stellen
26