Jan. 1914.] De toepassing van het Velddienst-voorschrift.
reserve, bestemd om zoonoodig de voorposten te onder
steunen dat de bezette punten ook worden vastgehouden. Het
is noodig dit laatste goed in het oog te houden bij de bepa
ling van de plaats der tot beveiliging zie 110 (1)—van de
even bedoelde bezettingen het in V. V. voorpostende
tachementen genoemd uit te zetten veldwachten. Immers
het behoud van het bezette punt wordt het best verzekerd
wanneer voor de verdediging daarvan kan worden beschikt
over de volle gevechtskracht van het geheele voorpostende
tachement.
AVelke zekerheid heeft echter de detachements-commandant
dat de zoogenaamd tot loaarneming uitgezonden veldwachten
weer tijdig beschikbaar zullen zijn voor het ovengenoemde
doel? De keuze toch van het tijdstip om de veldwacht te
doen teruggaan moet noodzakelijk aan haren commandant
worden overgelaten en de bepaling van dat tijdstip is uiterst
moeilijk. Gaat de veldwacht te vroeg terug, dan wordt het
doel, met hare plaatsing beoogd, niet bereikt; aanvaardt zij
daarentegen den terugtocht te laat, dan loopt zij groot gevaar
door den vijand te worden vastgehouden, of te worden terug
gedrongen in een voor haar ongewenschte richting, waardoor
zij het eigen voorpostendetachement maskeert en den vijand
gelegenheid schenkt als het ware gelijktijdig met haar de ge
vechtsstelling der voorposten te bereiken.
De door den Commandant van een tot waarneming uit
gezonden veldwacht te volvoeren opdracht waartoe X,
behalve het op het juiste tijdstip teruggaan, nog gerekend
wenscht te zien het ophouden van den oprukkenden vijand
is inderdaad wel een van de moeilijkste, welke men zich
denken kan. In ieder geval geeft de detachementscomman
dant de met een dergelijke opdracht uitgezonden veldwachten
geheel uit handen en verliest hij daardoor de vrije beschikking
over een belangrijk deel van de hem, voor het bezetten en
vasthouden van een voor de beveiliging gewichtig punt, ge
geven troepenmacht, met de niet te onderschatten kans, zooal
niet zijne maatregelen tot afweer van een vijandelijken aanval
32