Uit de practijk. [Jan. 1914.
of dienstvoorschrift, door de korps (detachements) comman
danten rechtstreeks aan de betrokken Afd. van het D. v. O.
een aanvraag voor het benoodigd aantal exemplaren ingediend.
Het ligt derhalve voor de hand, dat de nieuwe reglementen
enz. eerder bij het korps dan in de mil. sócieteiten zullen
zijn aangekomen en als gevolg daarvan eerder in het bezit
van het kader dan in het bezit van de officieren zullen zijn,
hetgeen met het oog op de oefening en het houden van
theorie zijn eigenaardige bezwaren medebrengt.
Bovengenoemde bezwaren zouden kunnen worden onder
vangen door een wijziging van de A. O. 1904 No. 102 in dier
voege, dat de korps (det.) commandanten op de bovenvermelde
aanvraag ten behoeve van het kader ook voor alle officieren
van hun korps (det.) de benoodigde exemplaren aanvragen
en met die aanvraag tegelijk het geldswaardig bedrag van
de voor officieren bestemde exemplaren aan de betrokken
Afd. van het D. v. O. overmaken.
Het bovenstaande sluit'de verplichting in, dat alle officie
ren de voor het kader bestemde reglementen enz. eveneens
moeten ontvangen en deze vooraf moeten betalen.
Tegen de verplichting, om de reglementen enz. te ontvangen,
zullen wel geen bedenkingen worden geopperd, daar het een
dringende eisch mag worden genoemd, dat de officieren in
het bezit zijn van de voor hun kader voorgeschreven regle
menten enz. Uiteraard moet hierbij eene uitzondering worden
gemaakt voor herdrukken, uittreksels en Maleische vertalingen
van reglementen, voorschriften enz., welke reeds in het bezit
van de officieren zijn.
Met het oog hierop zou in de A. O., waarbij een
nieuw reglement, voorschrift enz. wordt ingevoerd, voortaan
kunnen worden aangegeven, of de officieren al of niet in
het bezit van dat reglement, voorschrift enz. zullen moeten
zijn. Door deze bepaling zou dan tevens een einde worden
gemaakt aan den wantoestand, dat een aantal officieren
niet in het bezit zijn van de voor hen noodzakelijke regle
menten, voorschriften, enz.
49
I. M. T. 1914. 4.