Uit de practijk.
[Jan. 1914.
zijn gading, waarvan de wetenschap bovendien Diet kan wor
den gemist. Als voorbeelden citeeren wij uit de laatste jaar
gangen de A. O. handelende over de velduitrusting, over de
onderscheidingsteekenen voor langdurigen ti ouwen dienst
(theorie-houden), over de regeling, bevordering, ontslag en
voor activiteit, over de raden van onderzoek en appèl, over
de beoordeelingslijsten, over de titulaire rangen voor het ka
der, over de velakleeding, over ziektenboekjes, over de hy
giëne der voeten (sokken, schoeisel) enz. enz.
Hierin wordt o.i. reeds een voldoend motief gevonden
om de ontvangst van de A. O. voor de officieren verplichtend
te stellen.
De practijk leert bovendien, dat vooral de jongere officieren
de waarde van de A. O. niet juist inzien en er slechts al te
licht toe overgaan geen A. O. te ontvangen, tengevolge waar
van zij zeer tot schade van den dienst en tot last van hun C. Ct.
met vele bepalingen onbekend blijven. Wordt de ontvangst
van de A. O. verplichtend gesteld, dan dwingt men de oner
varen makkers reeds half om ze in te zien. Het genoemd eu
vel zal dan zekerlijk geheel, althans grootendeels verdwijnen,
daar het wel geen tegenspraak zal ontmoeten, dat de C. Ct, als
dan kan eischen, dat zijne onderhebbende officieren van het
bepaalde in de hun verstrekte A. O. op de hoogte zijn.
Een ander punt, dat in dit verband nog bespreking ver
dient, is, dat de oplaag van de A. O. zoo groot moet zijn,
dat uit Europa terugkeerende en andere weder in de sterkte
opgenomen officieren steeds de nog niet door hen ontvangen
A. O. kunnen bekomen, om hunne bundels daarmede te kun
nen wijzigen en aanvullen c. q. om op de hoogte te komen
van de in den laatsten tijd bij A. O. uitgevaardigde bepalingen,
enz.
Een eigenaardigheid van de tegenwoordige regeling is toch,
dat zoodanige officieren niet de zekerheid hebben, dat zij de
intusschen verschenen nummers van den jaargang, waarvoor
zij zich moesten verbinden, zullen ontvangen.
Waar men aan den eenen kant den officier de verplichting
59