Uit de pbactijk. [Jan. 1914. richting is gedaan, kunnen wij m. i. allerminst volstaan met dat wat het voorschrift thans geeft. Nog altijd richt 't geheel te veel naar de schermzaal. Nóch het bajonet vechten, nóch dat met klewang en karabijn houden voldoende rekening met de praktijk. Zoo is b. v. de model uitval een echte „parade" beweging, het beperken van het trefvlak tot de romp, dito, enz. enz. Wat bereikt een goed schermer met zijn schermkunst in dien zijn tegenstander zich niet aan gelijke regels houdt, maar b. v. wel naar het hoofd, den rug en de voeten steekt of slaat Ik vind, dat de schermsport van thans voor militairen aller minst aanbeveling verdient. Niet de schermzaal, maar de praktijk moet uitmaken hoe het wapen gebruikt kan worden en alles wat den tegenstander het eerst buiten gevecht stelt is geoorloofd. Het schermen, zooals dit thans wordt beoefend, is m.i. ont aard inschermzaal parade. Zeker 't scherpt het oog en maakt de pols losser, doch daartegenover ontwent de schermer zijn lichaamsdeelen en huiten het officieële trefvlak te dekken, zijn steken of houwen daarbuiten toe te brengen en maken zijn voeten bewegingen, die alleen op een schermmat of althans zeer gelijken grond kunnen worden uitgevoerd. En wanneer komt dit in een gevecht ooit voor? Nooit immers, daar staat de een op de borstwering, de ander in de loopgraaf, de eene voet op een galangan, de andere in de sawahtnodder, enz. enz. Wat de particulier op dit gebied doet kan ons koud laten. Yoor ons is de schermkunst vechten met het wapen, dat wij te velde dragen, evenzeer als ons schieten geheel afwijkt van de burger schietsport. Ik geloof, dat bij de samenstelling van ons schermvoorschrift de sport overheerscht beeft en de praktijk helaas hevig in het gedrang is gekomen, zelfs bij het aanhangsel„het klewang en karabijnschermen", dat toch alleen op de praktijk gericht moest zijn. 63

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 65