Jan. 1914.] Tactische oefening op de Kaart, 2e SeMe. 82 gehoopten vijand, overste A kwam, bij bsstudeering van de kaart, aldra tot de ontdekking dat in dit geval de meest gewenschte oplossing in eene andere richting moest worden gezocht. Van af het kampongcomplex Gadjah 2 Bodjong 3, waar 2 vlotten worden aangetroffen tot het volgende overgangspunt, t. w. bij Tjipa tat 2, loopt de rivier niet loodrecht op, maar in de te volgen marseh- richting. Het terrein W. van dat riviergedeelte domineert het O. daar van gelegen terrein in niet geringe mate. Een eventueel bij Daraoe- lin opgestelde afdeeling zou stand houden al spoedig onmegelijk kunnen worden gemaakt door den vijand; als deze n.l. zich vertoonde N. van den driesprong bij G Paseban, zou niet alleen de ingenomen positie onhoudbaar worden, maar ook de terugtocht van dat gedeelte in de richting Tjimabi zou vrijwel onmogelijk worden. Gadjah 2 geheel loslaten, nadat do vlotten natuurlijk waren verwijderd, wilde overste A. ook niet, omdat wel is waar de vijand dan niet dadelijk op den anderen oever kon overgaan, maar toch de vrije beschikking zou heb ben over een paar punten, die voor het tot stand brengen van een oeverwisseling gunstig zijn (blijkende uit de aanwezigheid der vlotten). Waar du het terrein O. van de rivier niet gunstig bleek, hoofdza kelijk een gevolg van de omstandigheid dat het terrein W. van de rivier voor den vijand zoo bijzonder gunstig was, lag het voor de hand dat overste A. naging in hoeverre het mogelijk zou zijn den vijand zoo lang mogelijk te beletten dat gunstige terrein te bereiken en toch het eventueel maken van een overgang bij Gadjah 2 tegen te gaan. Zoo viel zijn aandacht op een lijn, loopende van de Tji- taroem (6 van Paseban) in W. richting tot de d van PaBirga- doeng die voor het beoogde doel bijzonder gunstig is Werken aan een overgang bij Gadjah 2 kan van uit die lijn worden bemoeielijkt. In bezitname van het terrein N. van den G. Paseban is alleen door om trekking door zwaar heuveltertein te verkrijgen. Komt deze, met veel tijdverlies, eindelijk tot stand, dan is terugtrekken op Tjipatat 2 mo gelijk te maken door het innemen van etn opnamestelling in de lijn Balakasap 3 Pantjir, terwijl vuur op de brug bij Tjipatat 2, die vrij diep ligt, het detachement vermoedelijk niet zal kunnen beletten nog tijdig den Noordoever te bereiken. We hebben hier dus te doen met een geval dat het algemeene beginsel van in- of achter het défilé om den vijand het doorschrijden te beletten, niet de meest gunstige oplossing geeft. (1) De vraag zal wellicht rijzen of de overste A voor de boven vermelde overwegingen tijd en gelegenheid had; deze vraag moet bevestigend worden beantwoord. Toen hij om 3. v.m. de opdracht kreeg, zal daarbij zeer zeker de kaart geraadpleegd zijn en kon hij zich een beeld vor men van het terrein. Yan Soreang naar Gadjah 1, waar opnieuw de kaart geraadpleegd kon worden, had hij alle gelegenheid te overwe gen hoe hij do ontvangen opdracht zou uitvoeren. Alleen miste hij (1) Zie Hoogeboom en Pop II, uitgave 1900, bl 188.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 84