Tactische oefening op de Kaart, 2e Serie. [Jan. 1914. den tij en de gelegenheid het terrein vóór het uitgeven van zijn bevelen na der in oogenschouw te nemeD; trouwens dit zal wel dikwijl het geval zijn. Hier althans was het zaak de onöerdeelen van zijn detachement, die vermoedelijk druppelsgewijs te Gadjah, 1 zouden aankomen, dadelijk bij aankomst aldaar van bovelen te voorzien. Eenmaal besloten stelling te nemen in de boven aangegeven lijn, diende nog het aandeel te worden vastgesteld, dat. elk der ooderdeelen in het te verwachten gevecht zou hebben, m.a.w. moest de taak worden vastgesteld voor de Infanterie, de Cavalerie, de Artillerie, de Mitrailleurs en de Genie, terwijl ook al dadelijk moest worden gedacht aan do door de Geneeskundige sectie te spelen rol, aan hetgeen tot stand zou moeten worden gebracht met betrekking tot telefonische en seingemeenschap en of wellicht bijzondere bevelen noodig waren voor den trein. Deze verschillende onderdeelen zullea we achtereenvolgens do revue laten passeeren. I Infanterie. Van de reeds aangegeven stelling zal de grooto uitgestrektheid zijn opgevallen. Van de b. vau Paseban tot de d van Pasirgadoeng is een afstand van 1000 M. Aangezien echter het doel van het beoogde gevecht tijdwinst is en dus niet op een sterko reserve behoeft te worden gerekend, en de stelling in front ze6r sterk kan worden genoemd, wordt dit bezwaar niet zoo groot, zelfs niet nu de det. comdt. het noodig acht nog enkele detacheeringen, hoe ongewenscht overigens ook, te doen. Ter beveiliging n.l. van do rechterflank acht overste A het noodig het topje Z. van Marioek 3 te bezetten met een halve compagnie, terwijl hij het gewenscht vindt in het kamponggedeelte Z. van de n van Daraoelin twee secties op te stellen, die eventueele pogingen tot rivierovergang bij Bodjong 3 of meer oostelijk hebben te melden en zoo mogelijk te beletten. Yoor de eigenlijke stelling blijven dus slechts over 3 compagnieën. Hiervan bestemt overste A al dadelijk 2 comp. voor de le en 2e linie, verdeeld over twee vakken, het rrchtervak van de d van Pasirga doeng tot aan de waterleiding, waar deze den weg het dichst nadert en het linkervak van daar tot aan de Tjitaroem. De 3e. Corop. blijft voorloopig in icserve bij kampong Badaraksa. De ovcrs'e A overwoog ook het al of niet wenschelijke van het. innemen van een vóórstelling, waartoe het heuvelterrein, W van Waroengtjipedoeng wel gelegenheid zou bieden, doch zag hiervan af, le omdat hij daarvoor alleen Inf. zou kunnen bestemmen (hij beschikte slechts over weinig art. en mitr.) en 2e omdat, met het oog op de geringe kans dat een daarvoor te bestemmen compagnie tijdig gevechts vaardig terugkomt, het voordeel van tijdelijk ophouden in de zwakke vóórstelling bij het gevecht om de eigenlijke stelling wellicht weer zou verloren gaan. II Cavalerie. Beschikbaar is slechts 1 peloton. Van zoo'n zwakke macht is, gelet op de te verwachten overmacht, niet te verwachten dat, werd ze ver vooruitgezonden, tijdig berichten van 's vijands op- marsch zouden binnenkomen. 83

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 85