Feb. 1914.] Mijne brochure in het „Marineblad". zijn, daar die schepen in de onmiddellijke nabijheid van onze vloot steeds voldoende gevechtsbereid moeten blijven. De landende af- deeling zal dus slechts van zoodanige sterkte kunnen zijn, dat3CC0 man landweer Infanterie in eene voorbereide stelling met permanente steunpunten, gesteund door positiegeschut, haren aanval ongetwij feld zullen kunnen afslaan. Beoogt de vijand een meer ernstigen aanval van de landzijde, dan zal de operatiebasis veel meer Noordelijk gezocht moeten worden. De kust benoorden het zooeven genoemde gedeelte is echter tot Palembang toe ongeschikt tot het vestigen van een operatiebasis. Het onbegaanbare strandbosch maakt overal eene landing op de kust zelve ondoenlijk. Alleen door de riviermonden binnen te varen kunnen troepen aan wal gebracht worden. Omtrent deze rivieren zegt het „Rapport nopens den aanleg van Staatsspoorwegen in Zuid Sumatra". Deel I blz. 272: „De kleine rivieren die aan de Oostkust in zee monden zijn slechts met prauwen of kleine vaai- tuigen en stroomopwaarts bovendien uiterst moeilijk bevaarbaar, terwijl de twee grootere rivieren, de Toelang bawang en de Masoedji, die wel met zeebooten van geringe afmetingen bevaren kunnen worden, de scheepvaart door hun kronkelenden loop en andere hindernissen uitermate belemmeren". In aanmerking nemende, dat vóór de mondingen der rivieren geen veilige ankerplaatsen voor groote schepen te vinden zijn, en de moeilijkheden in de vaart op die rivieren ook nog kunstmatig vergroot kunnen worden, is het weinig waarschijnlijk, dat de vijand op 'deze kust eene macht van voldoende beteekenis zal debarkeeren, om de oorlogshaven van de landzijde te kunnen aanvallen. De Masoedji komt daarvoor in het geheel niet in aanmerking, omdat van het bevaarbare gedeelte geen wegen naar het binnenland voeren. De Toelang bawang zou daarvoor beter kunnen dienen. Met kleine stoombooten 2) moet die rivier dan worden opgevaren tot Menggala op 100 K.M. van de monding. Van Menggala voert een 11 De aandacht zii er nog op gevestigd, dat de vijandelijke vloot den aanval op Set landfront weinig zal kunnen ondersteunen gelet op de Slg van het pantserfort op Rimau ketjil in de nabijheid van den rechtervleugel van het landfront; daarentegen kan de ankervleugel van dat landfront bij een ernstigen aanval krachtig door onze vloot gesteund W°2)deGeen vaartuigen van meer dan 27 d.M diepgang kunnen over ■den drempel binnen komen (Zeemansgids Deel II blz. d29J. 102

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 14