iss mi De organen der Iuchtverkennin= gen in Indië. Men kan in de laatste jaren bijna geen militair periodiek in han den nemen of men treft er een artikel in aan over de waarde, te hechten aan verkenningen uit luchtschepen, vliegtuigen, kabel- en vliegerballons, zoodat het min of meer een waagstuk kan worden genoemd de pen op te vatten voor de behandeling van een dergelijk onderwerp. Het zeker zeer gewichtige vraagstuk is reeds van zoo vele kanten bekeken; mannen van ondervinding en studie hebben reeds zoo dikwijls verteld wat, naar hunne meening, in de toekomst van vliegtuigen, luchtschepen enz. is te verwachten, dat misschien menigeen bij het lezen van het aangekondigde onderwerp de ver zuchting zal slaken: „alweer luchtverkenningen". Mij althans is dat reeds meermalen overkomen, doch bij het lezen van het des betreffend artikel, kwam ik dan meestal tot de ontdekking, dat er wel weer iets uit viel te leeren en deze persoonlijke ondervinding heeft mij den moed gegeven in het I. M. T. het onderwerp der luchtverkenningen nog eens ter sprake te brengen. Ik zal daarbij trachten mij niet schuldig te maken aan de fout van vele schrijvers over luchtscheepvaart, en wat daarmede annex is, nl., wat betreft de verwachtingen van hetgeen door luchtschepen, vliegtuigen, enz. in den oorlog zal worden gepresteerd, te optimistisch te zijn. Wel werd ook hiertegen door een bevoegden schrijver meer malen gewaarschuwd, maar telkens weer worden uit enkele buitenge wone prestaties van koene, zeer vaardige vliegeniers, onder zeer gunstige omstandigheden volbracht, conclusies getrokken, die de lezers een te hoog denkbeeld doen vormen van de te verwachten resultaten (2) in tijd van oorlog. Het doel nu van dit opstel is eens na te gaan, in hoeverre de Indische defensie gebaat zou zijn met een eventueele invoering van luchtverkenningsorganen en welke zich daartoe het best leenen, en wel bepaaldelijk voorzoover den landoorlog betreft. Deze beper- 1) Wetenschappelijke jaarberichten der Nederlandsche Krijgskundige vereeniging, lezing van den heer Copus van Hasselt en anderen. 2) Deze zijn in den Balkanoorlog niet meegevallen. 119

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 31