Feb. 1914.] De organen der luchtverkenningen in Indië.
king heb ik mij zelf niet opgelegd omdat het belang van lucht
verkenningen voor den oorlog ter zee door mij wordt onderschat,
maar omdat ik mij op het gebied van zeestrategie en zeetactiek
te veel leek voel om mij daaraan te wagen.
Een gevolg van die beperking is, dat moest worden aangenomen,
dat de oorlog verkeert in het stadium, dat ieder oogenblik een
vijandelijke transportvloot kan worden verwacht, doch dat we nog
in het onzekere verkeeren omtrent het door den vijand uitgekozen
landingspunt. Verder werd aangenomen, dat het Indisch veldleger
onder die omstandigheden zou geconcentreerd zijn in W. Java en
dat alle voor landing geschikte punten worden bewaakt.
De verkenningen, die in het verder verloop van den Oorlog gege
vens van 's vijands plannen, opstelling, enz. zullen moeten verschaffen,
zijn te splitsen in die vóór de landing en in die na de landing.
Ter voorkoming niet alleen van verwarring, maar ook van noo-
deloos herhalen van eene omschrijving van bedoelde verkenningen,
zullen die vóór de landing worden aangeduid met „strategische
verkenningen", in tegenstelling van de tactische verkenningen bij en
na de landing, welke laatste nog zijn te splitsen in die op groote
afstanden en de nabijverkenning (zie G. H. punt 10 (2) en (3)
Voor de strategische verkenningen zijn thans beschikbaar:
le. de marine,
2e. de hiervoor bedoelde detachementen, ter bewaking van gun
stige landingspunten.
Voor de tactische verkenningen op groote afstanden wordt beschikt
over de zelfstandige cavalerie, al of niet door andere wapens gesteund,
terwijl de nabijverkenning, behalve van de zelfstandige cavalerie,
de taak is van de brigadecavalerie, de Infanterie en de Artillerie
(zie G. H. punt 15).
Ten einde nu te kunnen beoordeelen, in hoeverre luchtverkennings-
organen van nut kunnen zijn bij bovenvermelde verkenningen, zal
het noodig zijn eerst na te gaan, wat daarbij verlangd wordt en waar
toe de bestaande verkenningsorganen in staat zijn.
A. Strategische verkenningsdienst. Deze zal moeten vaststellen,
waar zich de transportvloot bevindt, hoe sterk die vloot ongeveer
120