Feb. 1914.] De organen der luchtverkenningen in Indië.
verzonden. Is men dus bijv. van plan, met andere dan ter plaatse
aanwezige troepen, de landing te beletten of het inrichten van de
basis, waarvoor een vijftal dagen zeker noodig zijn, te belemmeren,
of wèl den vijand op zijn basis aan te grijpen, dan kan gezegd
worden, dat het betrekkelijk bericht in ieder geval zeer laat komt.
B. Tactische verlcenningsdienst op grooten afstand. Wanneer
de strategische verkenningsdienst de noodige gegevens heeft verstrekt
met betrekking tot de punten van debarkenrent en de sterkte, zal
de tactische verkenningsdienst niet alleen deze sterktegegevens
moeten aanvullen, maar bovendien moeten vaststellen, wat 's vijands
hoofdmacht doet en van plan is. De vijand zal dit zooveel mogelijk
trachten te beletten door het in verschillende richtingen uitzwermen
van afdeelingen. De met de verkenning belaste afdeelingen zullen
wel dikwijls de verzuchting slaken „konden we er maar overheen".
In vele gevallen zal dan ook het resultaat van deze verkenningen
slechts zijn, het melden, dat een bepaalde lijn niet kan worden
overschreden of dat men in een bepaalde richting wordt terug
gedreven.
C. Tactische nabijverkenningsdienst. Deze verkenningen zou
men ook detailverkenningen kunnen noemen. Punt 15 van de G. H.
geeft duidelijk aan wat van de verschillende verkenningsorganen
wordt geëischt; sterkte en opstelling van reserves moeten worden
verkend door de zelfstandige cavalerie, de uitbreiding van de vleugels
door de brigade cav., zoo noodig gesteund door infanterie; het
front door infanterie en ten slotte dankbare doelen voor de artillerie
door personeel van dit wapen. Dat ook bij deze verkenningen het door
den vijand, ter versluiering van zijn plannen, getrokken cordon den
dienst niet gemakkelijk maakt en dikwijls oorzaak zal zijn, dat slechts
onvoldoende gegevens worden verkregen, behoeft wel geen betoog.
Wel schrijft punt 20 (3) van de G. H. voor, dat de beoordeeling
van den toestand zich tot hoofdzaken moet bepalen, maar het spreekt
wel van zelf, dat deze bepaling noodgedwongen is gemaakt en dat
meerdere gegevens zeer dikwijls aan het nemen van een besluit ten
goede zouden komen.
Zoowel de resultaten van de strategische als van de tactische
verkenningen hebben dus behoefte aan aanvulling.
122