„(gedurende den tijd, dat de kogel zich in den loop van het geweer „beweegt) eveneens kleiner zijn. „De kogel zal dus over een grootere lengte den invloed der bus- „kruitspanning ondervinden en als gevolg daarvan zal de versnel ling, die aan den kogel wordt medegedeeld, grooter zijn, dan „bij het vuren zonder bajonet op." Gesteld, dat in werkelijkheid de versnelling, die aan den kogel wordt medegedeeld, grooter is bij een geweer met „bajonet op" dan die bij een geweer zonder bajonet, dan is het onmiddellijk gevolg hier van dat ook de aanvankelijke snelheid van den kogel grooter is en heeft dit ten gevolge een meer gestrekten baan, waardoor bij het schieten onder dezelfde schootshoeken het schot ook hooger zal vallen. Doch is het wel waar, dat de kogel bij het schieten met „bajonet op" over een grootere lengte onder den invloed der buskruitspanning ver blijft? Ik meen dit ten zeerste te mogen betwijfelen. Mogen wij wel den kogel ten opzichte van een zeker punt in de ruimte beschouwen? Ik meen dat dit niet het geval is. Ik geloof integendeel, dat wij bij dit vraagstuk meer onze aandacht moeten vestigen op de plaats, die eenig punt, bijv. het zwaartepunt, van den kogel ten opzichte van den loop inneemt. Gaan wij nu na, welke krachten hier in het spel zijn, dan merken wij op, dat een kracht van zekere grootte op het projectiel werkt in een bepaalde (voorwaartsche) richting, terwijl een kracht van de zelfde grootte op het geweer werkt in tegengestelden zin, dus in achterwaarsche richting. Beschouwen we nu die krachten aanvankelijk ieder op zich zelf, dan weten we dat de bij de verbranding van het buskruit onstane gassen niet alleen dienen om het projectiel een zekere snelheid te geven, doch ook om de verschillende weerstanden, die het projectiel in het geweer ondervindt, te overwinnen. Deze weerstanden zijn in hoofdzaak: de traagheidsweerstand, de weerstand veroorzaakt door de wurging van het projectiel in de huls, de weerstand veroorzaakt door het inpersen van de velden in het kogelmateriaal, de wrijvings weerstand van het projectiel in de ziel en de weerstand veroorzaakt bij het intreden der roteerende beweging. De traagheidsweerstand is afhankelijk van de massa resp. van het gewicht van het projectiel, aangezien massaSVekLht- 137 „PROEVE EENER VERKLARING VAN DE AFWIJKING VAN HET [Feb. 1914. SCHOT BIJ HET SCHIETEN MET DE BAJONET OP HET GEWEER." I. M. T. 1914. 10.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 49