„Proeve eener verklaring van de afwijking van het schot zoodat het arbeidsvermogen van den terugstoot wordt: bij het geweer met bajonet - 0,7586 KGM en bij het geweer zonder bajonet 0,8164 KGM. Uit deze berekeningen blijkt nu: 1° dat zonder bajonet op het geweer de terugstootssnelheid 0,137 M grooter is dan met deze op het geweer en 2° dat zonder de bajonet op het geweer het arbeidsvermogen van den terugstoot 0,0578 KGM grooter is dan met de bajonet op het geweer. Houden wij ons nu voor het verdere gedeelte van onze be schouwing alleen met de verkregen waarden der terugstootssnelheid bezig. Wat heeft nu echter bij het schieten zelf plaats? Het lichaam is flauw voorovergebogen, zoodat het meer op de voorvoeten dan op de hielen rust; het staat dus tegen den terugstoot in; voorts wordt de kolf vast tegen den schouder gedrukt; alles dus om den terugstoot te weerstaan. Al zal nu bij het afgaan van het schot de terugstoot gevoeld worden, toch is de achterwaartsche bewe ging van het geweer daarbij zoo gering, dat men er in de practijk geen rekening mede behoeft te houden. Bovendien zal de invloed van het al of niet op het geweer geplant zijn van de bajonet onder deze omstandigheden niet noemenswaard zijn, en dus naar bescheiden meening ook best buiten beschouwing gelaten kunnen worden. Daarom vraag ik mij af, of wij bij de beschouwingen omtrent de oorzaken van de afwijkingen van het schot bij het schieten met „bajonet op" wel rekening mogen houden met de verschillen in terugstootssnelheid in beide gevallen en meen ik deze vraag ontken nend te moeten beantwoorden. Doch ook op iets anders moet hier wel gewezen worden. Was de kogel geheel los in den loop aangebracht, ja dan zou men bij zijne beschouwingen een zeker punt in de omgeving als punt van vergelijking kunnen aannemen en dan zou onder de werking van de buskruitgassen de kogel onafhankelijk van het geweer voorwaarts gaan, terwijl het geweer onder die zelfde kracht achterwaarts zich beweegt; doch de kogel zit niet volkomen los in den loop; integen deel, hiervoren hebben wij zelfs uitgerekend, dat tengevolge van het aanwezig zijn der trekken en tengevolge van de wrijving tusschen 141 BIJ HET SCHIETEN MET DE BAJONET OP HET GEWEER." [Feb. 1914.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 53