Overzicht van eenige Tijdschriften. -Feb. 1914 Voorts bevat deze aflevering nog: „In en om Coevorden" door W. E. van Dam van Isselt; „Van den Balkan" door J. C. van den Belt; „De localisatie van de militie en de landweer" door E. H. van den Akker. De Militaire Spectator 1913 No. 12. Vermelden we weer in de eerste plaats het vervolg van de degelijke studie „De Balkanoorlog van 19121913". Ieder, die een niet te uitgebreid maar toch volledig overzicht over de voornaamste ge beurtenissen in dezen oorlog wenscht te hebben, zij de lezing dezer studie ten zeerste aanbevolen. S. behandelt in deze aflevering de oplossing van het Turksche Vardarleger. (Triiep en Monastir). Laten we S. even aan het woord, om te zien welke zijn meening is over het Servische en Grieksche leger: „Ik wil gaarne erkennen, dat ik mij vóór deze studie met vele „anderen blind staarde op het quasi overweldigend succes der „Bulgaren in Thracië. Aan de Servische en Grieksche resultaten, „aan de berichten van het westelijk oorlogsterrein hechtte ik weinig „waarde,doch zeg mij eens, wie, goed beschouwd, den "„ernstigsten weerstand ontmoetten en de grootste resultaten bereik ten, enz. „Neen, de Bulgaren en hun aanvoerders waren niet zoo groot, als „wij hen aanvankelijk waanden, althans niet grooter dan de zeer „ten onrechte minder gelauwerde Grieken en Serviers." v. D. vervolgt zijn artikel „De Cavaleriebrigade op 22 en 23 Sep tember 1913" (groote manoeuvres in Nederland). Slechts een enkelen dag had de geheele cavalerie-brigade zich mogen wijden aan haar eigenlijke taak, den ophelderings- en verkenningsdienst. Reeds op 23 September, S. constateert het slechts, zonder in critiek op de hoogere leiding te vervallen werden twee van de vier zwakke cavalerie-regimenten aan een stelling gebonden. Voor het eigenlijke cavalerie-werk kon toen alleen nog beschikt worden over 2 Regimenten a 3 escadrons en dan nog rijdende artillerie en zonder mitrailleurs. Men moet wel een beetje optimist zijn om dan nog van een ca valerie-brigade te spreken. S. meent dan ook, dat als men een voorbeeld wenschte, waarbij de cavalerie niet tot haar recht kwam, en waarbij den commandant der cavaleriebrigade de gelegenheid wordt ontnomen te laten zien, wat hij vermag, 23 September als bijzonder gesslaagd mag worden aangemerkt. 167 c

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 79