w §P mk wm Tactische oefening op de Kaart 2e 5erie. Uitvoering van den terugtocht en nan het tineede gedeelte nan de opdracht aan Onerste fl. (December alienering 1913 bi. 1262). Om 12 uur besloot Overste A terug te gaan. De te nemen maat regelen gelden dus een vrijwilligen terugtocht; deze is alleen mogelijk zoolang de vijand den afstand van het beslissend infanterievuur nog niet heeft overschreden en nog over reserves beschikt. Aangenomen is dan ook, dat 's vijands aanvalslinie zich op genoemd uur bevond in de lijn Patrol 3 Sarongge 1 en dat van uit de reserve bij Badaraksa pas één sectie was gezonden ter versterking van de positie bij Marioek 3. De vraag zal wellicht rijzen of het besluit terug te gaan wel in overeenstemming was met de ontvangen opdracht den vijand bij de Tjitaroem zoo lang mogelijk' op te houden, waarover thans een enkel woord. Zeer zeker had overste A. langer stand kunnen houden, maar, gelet op de groote overmacht, zou het eind toch geweest zijn, dat, doch dan daartoe gedwongen, het detachement de stelling verliet. Dan was vermoedelijk het bereiken van den N. oever van de Tjita roem niet mogelijk geweest. Het is moeielijk te zeggen hoeveel tijd daarmede zou zijn gewonnen, maar de vijand zou daarna in staat zijn geweest ongehinderd naar Tjimahi te marcheeren. Door nu tijdig terug te gaan, kon in de eerste plaats de eigenlijke overgang over de Tjitaroem worden gehinderd en in de 2e plaats kon de vijand bij zijn verderen opmarsch nog worden opgehouden. Den troepen te Tjimahi zou dus in beide gevallen ongeveer dezelfde tijd worden gelaten voor de groote rust. Opoffering van het detache ment was dus niet door de omstandigheden geboden, en was het dus goed dat tijdig werd teruggetrokken. Het besluit kwam voor de troepen niet onverwacht. Overste A. was nl. reeds veel vroeger besloten bij opdringen van een over- machtigen vijand niet tot het uiterste stand te houden en had, voor zoover mogelijk, reeds een en ander met de ondercommandanten besproken, zoodat deze in algemeene trekken met het plan van hunnen commandant bekend waren. Natuurlijk kon niet alles van te voren geregeld worden en moesten om 12 uur voor het in be weging stellen" der troepen de noodige bevelen worden gegeven. 169 I. M. T. 1914. 12.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 81