Tactische oefening op de Kaart. [Feb. 1914. overige troepen over de brug zijn en links en rechts van de brug stelling hebben genomen. Of dit uitvoerbaar zal zijn, zal afhangen van de maatregelen van den vijand. Lukt het dezen West van den rechtervleugel Tjitjangkoeang te bereiken, dan zal van langer standhouden moeielijk meer sprake kunnen zijn en moet alles terug. Aangenomen wordt, dat om 2 n. m. het heele detachement over de brug is, dat wel is waar de brug op dat uur is opgeblazen, maar dat in den loop van den dag het water in de rivier gezakt is en deze ter hoogte van paal 10 op den weg Djati 1Daraoelin 1 en bij laatstgenoemde plaats, zij het dan ook met eenige moeite, te doorwaden blijkt, waarvan overste A. bericht krijgt. Wat heeft overste A. nu nog te doen ter uitvoering van het 2e gedeelte van zijn opdracht? De hoofdmacht der brigade zou tot 4 n. m. te Tjimahi rusten om daarna naar Padalarang te marcheeren. Het zal echter geruimen tijd duren voordat de laatste afdeeling Tjimahi verlaat. Om hiervan een denkbeeld te geven, werd op bijgaande calque een brigade in marschformatie geteekend, waarbij voor de afstanden de mini mum waarden volgens het V. V. werden genomen, voor den afstand tusschen algemeenen- en bagagetrein zelfs nog minder. Dan nog is de diepte van de heele colonne 8 paal (met inbegrip van de treinen). Door zich met betrekking tot de afstanden nog grootere beperking op te leggen en daar de rustende troep te Tjimahi iets zwakker is dan een brigade, mag wel worden aangenomen, dat de achterhoede- cavalerie om 6 uur van hgpt. 732 afmarcheert, indien de marsch normaal verloopt, om 7.30 den driesprong bij Gadobangkong passeert en 8.15 te Padalarang aankomt. De afstand Daraoelin Tjimahi is 6 paal, die van Djati 1Tji mahi 4 paal. Van Daraoelin en Djati 1 is dus Tjimahi respectievelijk in ruim 2 uur en 5 kwartier te bereiken. Het herstellen van het verband en het formeeren van de marschcolonne zal echter vrij veel tijd vorderen. Het daardoor verkregen oponthoud mag zeker wel op anderhalf uur worden gesteld, maar ook dan nog zou Tjimahi zijn te bereiken voordat de laatste troepen der rustende brigade die plaats verlaten. De vijandelijke Cavalerie zou daar natuurlijk nog veel eerder kunnen zijn. Het is dus noodzakelijk, dat overste A. maatregelen neemt om den marsch van den vijand, zoo deze naar Tjimahi oprukt, te vertragen en vooral zorg te dragen dat voor de vijandelijke Cavalerie de naar het Noorden voerende wegen worden afgesloten. Marcheert de vijand over Batoedjadjar naar het Noorden, dan moet om den driesprong bij Gadabangkong te bereiken, een afstand wor den afgelegd van 11 paal. Aannemende dat om 3 n.rn. zou kunnen worden afgemarcheerd van paal 18 (Djelegong), zou die driesprong 171

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 83