Uit de practijk
[Feb. 1914
Ook ware met hetzelfde doel nog aan te geven, waar de g. c.,
ten opzichte van de plaats waar een tegenpartij wordt verondersteld
zich te bevinden, zich ais gs. moeten opstellen, vóór dan wel
achter den sectie-commandant, aannemende dat steeds front naar
den vijand wordt gemaakt.
En hiermede zijn enkele punten uit Deel I van ons nieuw E. R.
besproken, waaromtrent bij de practische beoefening bleek verschil
van opvatting over de uitvoering ervan te bestaan. Mocht het E. R.
eens herzien worden, dan hoop ik dat die punten zoodanig omschre
ven worden, dat verschil van meening uitgesloten is.
Een volgende maal hoop ik nog eenige punten van het reglement
te bespreken, waaromtrent de omschrijving der uitvoering wel is
waar geen verschil van opvatting oplevert, doch die n. m. m. om
andere redenen wijziging behoeven.
...k...
Builenlondsche uerlouen. (i)
Volgens de bij vele officieren heerschende meening, welke o. a.
uitdrukking vindt in een artikel „Buitenlandsche verloven voor offi
cieren" in het Indisch Militair Tijdschrift van Juli 1913 en in een
artikel. „Plaatsbespreking op mailbooten" in de Javabode van 24
Dec. 1913, kan een buitenlandsch verlof eerst worden aangevraagd
kort vóór het tijdstip, waarop men de reis wenscht te aanvaarden.
Hoewel voor die opvatting, welke is gegrond op het bepaalde in
het militair tarief no la punt 19 en artikel 41" der zoogenaamde
Reisregelen, aanleiding bestaat, is deze toch niet juist en kan ook
aan officieren verlof worden verleend geruimen tijd voor het
tijdstip, waarop daarvan gebruik wordt gemaakt.
Er is n. 1. geen enkel bezwaar tegen om te verzoeken het verlofs-
besluit op een bepaalden datum in werking te doen treden, waarbij
dan rekening dient te worden gehouden met den datum, waarop men
van zijn standplaats moet vertrekken om op het gewenschte tijdstip
op de inschepingsplaats aan te komen.
Een voorbeeld moge dit duidelijk maken.
t) Deze mededeelingen zijn ons van bevoegde zijde geworden.
Red.
I. M. T. 1914. II.
153