Mrt. 1914.] Veestapel en Vleeschvoedinq op Java en Madoera.
in eenigszins merkbare hoeveelheid naar Java kan worden uitge
voerd. Op eene vermeerderde uitvoer van Bali kan niet worden
gerekend, omdat op dit eiland de veestapel vrij stationnair blijft.
Wel kan er vee van Australië worden ingevoerd, maar de trans
portkosten zijn hoog en de invoer kan, zooals dat reeds zoo dikwijls
het geval was, elk oogenblik tijdelijk verboden worden om den vee
stapel van Java niet door het overbrengen van besmettelijke ziekten
in gevaar te brengen.
Bij den gestadigen aanwas der bevolking zal de stijging der vleesch-
prijzen dus vermoedelijk voortduren tot dat eene hoogte bereikt
wordt, waarop het voordeelig wordt geconserveerd vleeschbevroren
of in bussenin te voeren uit de groote vleesch-produceerende land
streken in Zuid Amerika en Australië. Dit verschijnsel begint zich
nu reeds te vertoonen.
Voor het vleeschverbruik op Java en Madoera leveren de cijfers der
slachtbelasting hiervoren vermeld, betrouwbare gegevens. Volgens
die cijfers werden er geslacht in 1911: (Bijlage VI B. B. Kol. V. 1912).
Gewesten.
Runderen.
Buffels.
Totaal.
Bantam.
15
17.251
17.266
2.158.250
895.000
2.40
Batavia.
13.494
26.039
39.533
4.941.625
2.109.000
2.35
Pr. Reg.
6.917
36.414
43.331
5.416.375
2.670.000
2.03
Cheribon.
693
10.383
11.076
1.384.500
1.709.000
0.80
Pekalongan.
2.943
15.813
18.755
2.344.375
1.990.000
1.28
Semarang.
22.208
34.144
56.352
7.044.000
2.615.000
2.70
Rembang.
17.420
4.785
22.205
2.775.625
1.497.000
1.85
Soerabaia.
63.405
15.261
78.666
9.833.250
1.486.000
6.60
Pasoeroean.
74.868
1.657
76.525
9.565.625
2.339.000
4.10
194
Verbruikt
vleesch in K.G.
Als gemiddeld
slachtgewicht
aangenomen
125 K. G.
Bevolkings
sterkte vol
gens telling
1905.
Zoodat het verbruik
van Rundvleesch p.
hoofd der bevolkingen
per jaar bedraagt K. G.