Mrt. 1914.] Veestapel en Vleeschvoeding opJava en Madoera. fabriek, waar het vleesch in meer geconcentreerden en ge makkelijker vervoerbaren vorm kan worden gebracht. Daardoor kan de sterkte van het veepark tot een minimun beperkt blijven, wat èn in verband met het spaarzaam aanwezig zijn van voeder middelen èn de kans die een groot veepark loopt om door besmet telijke ziekten te worden aangetast, van groot belang kan worden geacht. Voor het vervoer naar den troep zijn heel wat minder transportmiddelen noodig. In drie wagens, waarmee voor één dag levend vee kan worden aangevoerd, kan voor 6 a 7 dagen gecon serveerd vleesch worden geladen. Men heeft gemeend, dat geconserveerd vleesch alleen zou worden verbruikt op dagen dat de troep zich verplaatst en dat er onder alle andere omstandigheden wel gelegenheid zou zijn versch vleesch te verschaffen. Uit het voorafgaande blijkt wel, dat ik dit ernstig meen te mogen betwijfelen. Integendeel zal in tijd van oorlog ge bruik van geconserveerd vleesch eer regel dan uitzondering zijn. In vredestijd reeds wordt uit den aard der zaak een ruime voorraad vleeschconserven aangehouden, die in oorlogstijd allicht voldoende zal zijn voor meerdere weken. Het gaat echter niet aan om in vollen vredestijd zoodanigen voorraad op te leggen, dat men op alle gebeurlijkheden zou voorbereid zijn. In tijden van spanning zal dus alles gedaan moeten worden, onr den beschikbaren voorraad zoo hoog mogelijk op te voeren. Overeenkomstig den opzet van de fabriek, kunnen per dag 5000 Kilo bussen geconserveerd vleesch en voorts nog 35.000 noodrations per maand worden afgeleverd. In oorlogstijd zal daarmee zoolang mogelijk moeten worden voortgegaan. Dat kan ook, omdat er steeds een vrij aanzienlijke hoeveelheid blik in voorraad wordt gehouden. Volgens het contract is er op den len januari en den len Juli van elk jaar steeds een voorraad aanwezig voor de geraamde behoefte van het loopend half jaar, d. i. voor 100.000 K. G. geconserveerd vleesch, 7 a 8000 K. G. gehakt en 75000 busjes andere conserven. Bovendien wordt er nog een aparte voorraad aangehouden van 200 dubbele kisten blik. Zelfs al zou er dus in den tijd van spanning, die aan een invasie vooraf gaat, geen gelegenheid meer zijn om den blikvooraad aan te vullen, en zelfs indien men aannam, dat van dat artikel in Indië niets te bekomen zou zijn, dan nog mag verwacht worden, dat de 208

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 26