Javaan en Amboinees. [Mrt. 1914.
Op mij (dat is slechts een persoonlijke meening, die Bajonet mij
ten goede zal houden) maakt het den indruk, dat Bajonet geen mi
litair kan zijn (tenzij een Javaan) en aan zijn oordeel weinig waarde
is te hechten om de onvoldoende argumentatie zijner beweringen
en de m.i. groote onjuistheden, welke hij heeft neergeschreven. Dit
laatste hoop ik hierna aan te toonen.
De volgende aanhalingen uit Bajonet's ingezonden stuk zullen
achtereenvolgens besproken worden (de cursiveeringen zijn van
ondergeteekende)
le. „Heel vroeger heeft de Amboinees ons goede diensten betoond,
„ongetwijfeld, maar het is ook waar dat de Javaan voor ons het groot
ste deel van het grove werk op de Buitenbezittingen heeft verricht".
2e. „Niettegenstaande de tegenwoordige Amboinees niet haalt bij
„den tegenwoordigen Javaan".
3e. „Vraagt het aan de officieren en het kader van een depöt-
„bataljon, wanneer zij èn bij opleiding van Amboineezen èn bij op
leiding van Javanen zijn geweest, vraagt hun of er inderdaad
verschil bestaat in aanleg, ijver, lust in den militairen dienst, flink
heid en opgewektheid, vraagt hun of de Javaan bevattelijker is dan
„de Amboinees.
4e. De Javaansche militair, eenmaal het depot-bataljon verlaten
hebbende, voelt dat hij in het leger als een minderwaardig ras wordt
beschouwd en behandeld. Dat men hem dagelijks aftuigt zonder
reden, dagelijks ten achter stelt bij andere (christenen) rassen, dat
men aan zijn grieven geen aandacht schenkt.
„Zeg tegen een Amboinees eiken dag: Jij bent een prul enz: jij
bent veel minder waard dan Kromo, krijgt daarom minder geld enz
„enz:enge krijgt het tegenover
gestelde van hetgeen thans te zien wordt gegeven.
Ad. I. Bajonet zou beslist onvoldoende hebben gekregen voor het
samenstellen van berichten, gegeven de algemeenheden als „heel
vroeger", „het grootste deel" enz.
't Is eenigszins „vaag", wat de schrijver bedoelt; men kan er
naar gissen; bedoelt B. met „heel vroeger", den tijd van J. P. Koen
(ik geloof dat we er toen nog geen Amboineezen op na hielden),
dien van Daendels? Meer duidelijkheid ware voor een zuiver betoog
wel gewenscht geweest.
211