Javaan en Amboinees. In ieder geval wil B. zeggen, dat ze nu geen goede diensten meer bewijzen. Mijn opinie wijkt eenigszins af van die van den schrijver en ik hoop hieronder aan te toonen, dat B degene is die zich vergist, ook waar hij schrijft „dat de Javaan het grootste deel van het grove werk op de BuitenBezittingen heeft verricht, buiten Atjehdan". Toen ik de laatste zinsnede las, keek ik eenigszins verbaasd en dacht „dat kan den schrijver geen ernst zijn." Maar sarcasme leek mij toch ook uitgesloten en zoo ontstond bij mij de meening: B. is beslist geen militair, want elk militair weet, dat het grootste deel van het in den laatsten tijd verrichte werk op de B. B. door de Amboineezen is gedaan. Ten bewijze hiervan het volgende: le Op Flores is het grove werk van 1907 1911 verricht door Amboineezen, onder Co van de kapts. Christoffel en Spruijt. Toen het verzet zoo goed als afgeloopen was, werd het grootste deel der Amb. door Javanen vervangen; er bleven 4 Amb. per brigade over, waarschijnlijk om de gevechtskracht niet ineens te veel te verminderen. 2e Op Soembawa is het grove werk in 1908 verricht door een deel der van Makasser gezonden marechaussee-Comp. (allen Amb.) onder den toenmaligen overste Swart. 3e Op Timor, waar zelden een dergelijke tegenstand als in Flores en Soembawa is ondervonden, heeft men het met Javanen klaar kunnen spelen, totdat einde 1907 een aantal model karabij nen, ik meen 10, door den vijand werden buitgemaakt, waarop de kapt. comdt. met spoed om marechaussee's van Tjimahi (allen Amb.) vroeg, daar hij dacht het met de Javanen niet in orde te kunnen brengen. 4. Ftet grove werk op Celebes is verricht door de marechaussee Comp. van het 4e. Bataljon en de Timoreesche Comp. (dit zal B. toch wel bekend zijn). 5. Op Borneo was de toestand voor de komst van den toenma ligen overste van Daalen zoo treurig, dat er marechaussee's moesten komen om de zaak op te knappen. Mij is niet bekend of hierbij ook Javanen waren (zie verder beneden). 6. En eindelijk de tocht naar de Gajo- en Alaslanden onder Commando van den Luit: Kol: van Daalen. Wel waren hierbij 212

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 30