Javaan en Amboinees. Mrt. 1914.] Het zilveren eereteeken voor Moed en Trouw is toegekend aan 2 Amboineesche onderofficieren; het bronzen eereteeken voor Moed en Trouw aan 14 Amb: en 8 Inl: marechaussee's. Het aantal koninklijke onderscheidingen bedroeg alzoo voor de Amb: 24 -f- 54 -f- 2 -f- 14 94, voor de Javanen 3-J-13 8 24. Dit resultaat spreekt boekdeelen, meer dan elk betoog. Bajonet houde mij ten goede, dat ;dit staatje, voortvloeiend uit de voordrachten van de daarbij ingedeelde officieren, voor mij meer waarde heeft dan de door niets gestaafde bewering „de tegenwoordige Amboinees haalt niet bij den Javaan." In het leerboek van Land- en volken kunde van den kapitein van het Ind: Leger C. Boon, welks inhoud aan de cadetten, aanstaande officieren, wordt geleerd, staat op blz: 303 woordelijk het volgende. „Het oordeel der patrouille-commandanten over de Javaansche „soldaten gedurende onzen strijd in de Boven Doesoen (centraal „Borneo-1903-04) is zeer ongunstig en luidt aldus: „Het viel de patrouille-commandanten op, hoe de Javanen K „gedeelte der mobiele-colonne er dikwijls „mee zaten te houden" „bij beschietingen. Werd er plotseling geschoten, dan gebeurde het „niet zelden, dat enkelen de knielende houding aannamen en moeilijk „vooruit te krijgen waren. Het minste geritsel of geluid in het bosch „kon hen doen stil staan. Dit was de reden, dat bij elke patrouille „eenige Europeanen werden ingedeeld om de Javanen nog eenigen „moreelen steun te geven. Het gros der Europeanen hield zich over „het algemeen flink, zelfs in de hachelijkste omstandigheden. „Meermalen heeft de troep bewijzen gegeven enz: zie bldz: 304. „Verder staat in dit leerboek op blz. 324 in een noot: Wij willen alleen aanstippen, dat men het er over eens is, dat de „Europeaan en de Amboinees, wat gevechtswaarde betreft, hooger „staan dan de Javaan en dat er alleen verschil van meening be- „staat omtrent de verdeeling van beide elementen over de Inlan ders. Blz. 305 geeft aan als een der middelen tot verhooging der mi litaire eigenschappen van den Javaan: „mengen met andere land aarden, die hoogere militaire eigenschappen bezitten," Op blz: 307 vermeldt genoemde schrijver „Konden wij evenwel het Javaansche element uit ons Leger verwijderen en vervangen door meer krijgshaftige rassen, dan zou dit met het oog op een 214

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 32