Wat men in Duitsche tijdschriften daarover leest, bevestigt dit m.i..
Men kan dus de Fransche en Duitsche veld-artillerie-tactiek niet
meer tegen elkaar uitspelen zooals in debatten nog dikwijls gebeurt.
Alleen Japan schijnt op dit gebied nog achterlijk te zijn en nog
te moeten leeren op welke wijze het met moderne veld-artillerie
kan optreden. Alle berichten, die daarover tot ons komen, zijn op
dit punt eenstemmig. De dwepers a outrance met de Japansche tac
tische inzichten leveren dus voor de ontwikkeling van onze artillerie
tactiek een groot gevaar op, men zij daarop bedacht.
7). Ten slotte nog iets over de noot op blz. 1172. Tot mijn
spijt ben ik het met G. niet eens over de zuiverheid van de ver
moedelijke nomenclatuur in het Gevechtsvoorschrift.
Men wil daarin n. 1. onder gemaskeerde stellingen samenvatten,
hetgeen men vroeger onder deze uitdrukkingen en onder gedekte
stellingen verstond, alleen maar omdat men in eene gedekte stelling
toch nog aan vuur blootstaat over de dekking heen
Ik ga niet met deze redeneering mede. In de versterkingskunst ver
staat men nu eenmaal onder eene dekking iets anders dan onder masker.
Dat men dit ook bij de Indische Bereden Artillerie doet, bewijst
het Handboek III. 3. Daar leest menMaskes hebben ten doel
a. b. c. d. enz en ten slotte: „maskes mogen echter nooit eene
belemmering opleveren voor de vuuruitwerking, die van de batterij
gevorderd kan worden en met name van de nabijverdediging".
Beter heb ik het in een versterkingskunstleerboek nooit zien de-
finieeren. Hierin zit de cardo questiones.
Gemaskeerde stellingen hebben geen dooden hoek; gedekte stel
lingen hebben dien wel. In plaats van beide onder één naam te
vereenigen, zou in het Gevechtsvoorschrift der Bereden Artillerie
dit principieel verschil tusschen beide soort stellingen niet genoeg
in 't licht kunnen worden gesteld, om verwarringen in bevelen en
verkenningsrapporten, welke herhaaldelijk voorkomen, uit te sluiten.
H. Cramwinkel
Kapitein der Artillerie
Mrt. 1914.] EENIGE OPMERKINGEN NAAR AANL. V. G's BESCHOUWINGEN.
In een fort moet men een betonmuur, waarover heen gevuurd kan
worden dus ook voortaan een betonmaske noemen.
222