De ziekendragers bij het Indische Leger. [Mrt. 1914. dragers beschikbaar. Bij eene Fransche infanteriedivisie van 4 regimenten infanterie, elk regiment bestaande uit 3 bataljons, bevin den zich slechts 328 ziekendragers, zoodat gezegd kan worden, dat we, wat betreft het aantal ziekendragers, bij het Fransche leger in het voordeel zijn. Wat zou er nu moeten gebeuren om den dienst van onze zieken dragers zoodanig voor te bereiden en te regelen, dat bij een even- tueelen oorlog de soldaat verzekerd zij van eene goede verzorging bij verwonding? Het geven van het noodige onderricht aan de dwangarbeiders is uitgesloten, daar deze krachten eerst bij mobilisatie beschikbaar worden gesteld. Zooals reeds gezegd, zijn de dwangarbeiders goede dragers (niet te verwarren met ziekendragers), doch kan, met het oog op veler verleden, niet vertrouwd worden op toewijding en groote plichtsbetrachting. Wanneer men ze nu echter zoodanig indeelt, dat ze niet anders dan onder toezicht hun werk verrichten, en dat dit toezicht wordt uitgeoefend door vertrouwd personeel, dan is een goede geregelde gang van den dienst reeds half verzekerd. De dwangarbeiders zouden daartoe twee aan twee kunnen worden inge deeld bij een muzikant, van wien meer plichtsbetrachting is te ver wachten, en die toch vermoedelijk als regel voor het eigenlijke dra- gerswerk minder geschikt zal blijken. De ziekendragers zouden dus als het ware moeten worden opgelost in patrouilles van 3 man (één muzikant en 2 dwangarbeiders) en deze patrouilles zouden steeds bij elkaar moeten blijven. Wil echter het door de muzikanten uit te oefenen toezicht nut afwerpen, dan zullen zij reeds in vredestijd de noodige opleiding moeten krijgen, die zou kunnen bestaan in wekelijksch onderricht, zoowel van een voor het heele garnizoen aan te wijzen officier van gezondheid als van den luitenant-adjudant van het korps, waartoe zij behooren. Het onderricht van den officier van gezondheid zou moeten om vatten het verleenen van hulp, die geen uitstel gedoogt, het beoor- deelen van verschillende verwondingen, het optillen en op de baar plaatsen van gewonden, dat van den luitenant-adjudant zou zich moeten bepalen tot behandeling, voor zoover noodig, van de Con ventie v. Genève, opsporen van gewonden, zoowel over dag als 's nachts, en het orienteeren. 227

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 45