Pionierarfaeid uerricht tijdens de meer-
daagscfie oefeningen op grootere
schaal nan de 3de Brigade.
October 1913.
Het doel was, eenerzijds den aanval te beoefenen op een voor
bereide stelling, terwijl aan den anderen kant officieren en manschap
pen de gelegenheid werd gegeven een stelling ter verdediging in te
richten en pionierwerk van eenigen omvang uit te voeren.
Den commandant van de 4de CompVIII, werd een calque ver
strekt als in fig 1, waarop in algemeenen zin het beloop der stelling
was aangegeven, met opdracht deze in te richten voor 3 Comp. Inf.,
4 stukken van 7,5 L.A en 1 sectie mitrailleurs.
Onder de uit te voeren werken moest een steunpunt zijn, voor
het ontwerpen en uitvoeren waarvan een genie-officier werd ter
beschikking gesteld. De loopgraven voor infanterie werden aange
legd als op fig 1 is voorgesteld, het steunpunt werd bij c aangelegd
de batterijstellingen waren teruggetrokken gelegen en onzichtbaar
voor den aanvaller; schijnloopgraven en schijnbatterijen waren eenigs-
zins achterwaarts op de hellingen opgeworpen. Voor tracé en
profielen van de werken wordt verwezen naar de teekeningen.
De loopgraven bij d waren ingericht voor staande schutters en
hadden ieder een lengte van 40 M. Deze stelling had een geisoleer-
de ligging, op een zeer steil heuveltje, waarvan de voet geheel werd
bestreken uit het steunpunt.
De loopgraven bij b, eveneens voor staande schutters, waren etage-
gewijze gelegen en verbonden door een gang, zoodat men gedekt
van de eene in de andere loopgraaf kon komen. Zij hadden resp.
een lengte van 20, 50 en 20 M. Het zuidelijke stuk loopgraaf was
noodzakelijk, om den dooden hoek voor de Noordelijke te bestrijken.
Voor de loopgraven bij a werd een profiel met buitengracht ge
kozen om beter schootsveld te verkrijgen; het meest Zuidelijke
werkje lag minder gunstig door den vrij aanzienlijken dooden hoek,
die zich op 200 M daar vóór bevond; hier zouden mortieren op
hun plaats geweest zijn.
230