De Militair-Politieke toestand van Japan in 1913. [Mrt. 1914. troepen het gewenschte succes. Tegen het einde van September waren ong. 1500 geweren en ong 16000 patronen ingeleverd of buitgemaakt; alle stammen hadden zich onderworpen en slechts nu en dan werden de Japanners door ronddolende kwaadwilligen op grooten afstand beschoten. Van de wilden zouden ong. 350 man gevallen zijn, doch ook de Japanners, die, naar het schijnt, 3000 combattanten en evenveel dragers telden, hebben veel verliezen geleden; volgens courantenberichten 130 dooden en gewonden, doch hoogstwaarschijnlijk zijn hieronder niet begrepen de gesneuvelde en gewonde aiyu's (2). In Formosa werd trouwens eene strenge censuur over de berichten van het oorlogstooneel uitgeoefend en zoo goed als zeker zijn de verliezen en de moeilijkheden grooter geweest, dan de bladen mochten mededeelen. Den 31 sten Augustus werd de expeditionnaire troepenmacht ont bonden. Alleen de gewapende politie bleef op het veroverde terrein. Generaal Sakuma, gouverneur-generaal van Formosa, die in het laatst van Oct. te Tokyo vertoefde, toonde zich tegenover den vertegenwoordiger van een der groote Japansche bladen zeer tevre den over de behaalde uitkomsten 3). Volgens hem waren nu alle stammen ten westen van de Central Montain Range onderworpen en bleven alleen de Taruko's, tusschen deze bergketen en de oostkust, over. Hij stelde zich voor in 1914 tegen deze op te rukken en daarmede het vijfjarige veldtochtsplan ten einde te brengen. Hij wees er op, dat de Taruko's de krijgshaftigste en meest geduchte stam van Formosa waren en bovendien goed gewapend metMurata-, Mauser- en Remington-geweren en ruimschoots van munitie voor zien. Met een paar andere, gelijkgezinde stammen in de nabijheid, zouden zij 10.000 zielen tellen, waarvan ongeveer 3 deel weer bare mannen. Volgens Generaal Sakuma waren hunne vuurwapens afkomstig van de Japanners zelve. Omstreeks 10 jaren geleden ves tigde zich eene Japansche firma nabij de grenzen van het gebied der Taruka's, om handel in wapens met dezen te drijven. Maar in het jaar 1906 overvielen de wilden de geheele vestiging en ver- 243 1) Volgens andere berichten 12000. 2) Politiedienaren van niet-Japanschen landaard. 3) Het zal nog moeten blijken, of het behaalde succes van blijvenden aard is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 61