Mrt. 1914.] De Militair-Politieke toestand van Japan in 1913.
dwenen met de voorhanden geweren en de hoofden der handelaars.
Van eene compagnie infanterie, die hen achterna gezonden werd,
keerde nooit iemand terug.
In den loop van Sept. ontdekte de Japansche politie eene samen
zwering onder Formosa-Chineezen, welke bedoelde een einde aan
het Japansche gezag te maken, in te leiden door een algemeenen
moord op de Japanners op den 31sten October gedurende de viering
van 's Keizers geboortedag. Ongeveer driehonderd personen werden
gevangen en 400 geweren in beslag genomen. Een gedeelte werd
later wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten, maar van de overigen
werden er 6 ter dood en de anderen tot verschillende gevangenis
straffen veroordeeld.
In November kwamen eenige botsingen tusschen Formosa-Chinee
zen en Japansche politie voor.
De Japansche pers beweerde, dat de oorzaak der samenzwering
gezocht moest worden in de vestiging van de republiek in het
naburige China, waardoor allerlei onbekookte vrijheidsdenkbeelden
bij vele Formosa-Chineezen opgekomen zouden zijn. Echter gaf de
halfambtelijke „Japan Times" in een hoofdartikel toe, dat de ex
ploitatie van het eiland ten voordeele van het Japansche groot
kapitaal, zonder voldoende rekening te houden met de belangen
der bevolking, ontevredenheid onder de Formosa-Chineezen ver
oorzaakt hebben moest.
A.
244