Korte (Ikdedeelingsn.
Een Ueteraan.
Gaarne aan het verzoek der redactie gehoor gevende om voor
den veteraan onder de ridders der Militaire Willemsorde L. J. de
Maaker een passend huldeblijk uit te kiezen, vestigden wij onderge-
teekenden, na te Willem I ingewonnen informaties omtrent zijne
wenschen en behoeften, onze keuze op een gouden horloge met
inscriptie. De door velen ingeteekende bedragen veroorloofden ons
een degelijk uurwerk te koopen en hierop te doen graveeren:
buiten: „L. J. de Maaker 18 2-1914
binnen„Huldeblijk van vele officieren bij zijn 53 jarig ridderschap
der Militaire Willemsorde".
Een klein overschietend bedrag voegden wij er bij.
Een verzoek onzerzijds aan Zijne Excellentie den Commandant
van het Leger om overhandiging van het cadeau door de militaire
autoriteit ter plaatse te doen geschieden, had het gunstig gevolg,
dat langs hierarchieken weg de Plaatselijk Commandant te Willem I
hiertoe werd uitgenoodigd.
Van ZijnHoogEdel Gestrenge mochten wij het bericht ontvangen,
dat de overhandiging op 18 Februari ten huize van den jubilaris
in tegenwoordigheid van belangstellende officieren en uitgenoodigde
ridders met een toepasselijk woord en een glas eerewijn heeft plaats
gehad en dat de Maaker zeer ontroerd was door de hem bewezen
hulde, niet 't minst door een telegram van gelukwensch van Zijne
Excellentie den commandant van het leger.
Van den jubilaris zelf mochten wij een schrijven ontvangen, waarin
hij zijne diepe erkentelijkheid aan de „vele officieren", die hem de
hulde in den vorm van het geschenk en een telegrafischen geluk
wensch bewezen, uitte, en hij zijne groote ingenomenheid betuigde
met het door hem op hoogen prijs gestelde geschenk.
Met de mededeeling van een en ander in het Indisch Militair
Tijdschrift kwijten wij ons van het laatste gedeelte onzer aanvaar
de taak. Wij hopen deze in den geest der inteekenaren te hebben
opgevat en volvoerd en zeggen onzen dank aan allen die ons hierbij
behulpzaam waren.
Mr. Cornells 27—2—1914.
Michielsen.
Feikema.
Wij vertrouwen uit naam van alle inteekenaren te kunnen spreken,
wanneer wij hierbij den heeren Michielsen en Feikema hartelijk dank
zeggen voor hunne met zoo gunstigen uitslag bekroonde bemoeiin
gen in deze. Redactie
256